Verslagen Radiocafé

Verslag 26 juli 2011: EDDYSTONE kortegolfontvanger type 870A

Medespeler tijdens deze spreekbeurt, de bekende en ook de meest gezochte EDDYSTONE kortegolfontvanger type 870A.

Een gelijk/wisselstroom ontvanger welke veel is gebruikt op kleine schepen en nog altijd een geliefd radio toestel voor radioamateurs. Een radio in de voor die tijd gebruikelijke 11 inch uitvoering. Buizen: 12BE6, 12BA6, 12AT6,19AQ5 en gelijkrichter 35W4.

Het gewicht van het toestel 5,2 kg doet vermoeden dat er een zware voedingstrafo aanwezig is. Maar nee, het is een serievoeding, geschikt voor gelijk- en wisselstroom 110/220 volt. Op schepen is veelal 110 volt gelijkspanning aanwezig en daar is het toestel geschikt voor. Ook de twee beugels aan de voorzijde verraden al dat het in een paneelkast geschoven kan worden.

Het is een vervolg op de voorgaande lezing van Gyula Kiss over de EB35 MK3, echter nu de met buizen voorziene 870A en een overzicht over diverse mengschakelingen.

Wat als eerste opvalt is dat op het informatieplaatje staat 'manufactured in Birmingham'. Ik meen ooit geleerd te hebben dat 'manufactum' in het Latijn 'handgemaakt' betekent. Het blijkt al snel dat het bedrijf uit 1860 in die dagen hoofdzakelijk metalen onderdelen maakte voor de manufacturenhandel, zoals naalden, haarspelden, enzovoort. Tijdens de kroning van Koning George V in 1911 werden vlaggen en badges geleverd. Als deze handel door veranderende mode en daarbij ook de haardracht minder omzet krijgt, is het de nieuw opkomende techniek, 'de draadloze', een proberen waard om daarmee de omzet te vergroten. In het begin 1923 eerst met onderdelen nodig voor zelfbouw maar al snel volgen de eerste complete radio's in 1924.

Een eerste patent op een bepaalde schakeling werd verleend in februari 1925 voor een tweelamps batterij-ontvanger in een houten kast met glazen front. George A Lauchton die het oude bedrijf heeft overgenomen start nu onder de naam Stratton & Co Ltd. Volgens overlevering zou de naam Stratton afgeleid zijn van een romanfiguur uit een boek dat zijn vrouw aan het lezen was. Maar daar lopen de meningen over uiteen. Het doet mij denken aan de naam van het meisje Mercedes en het bedrijf Benz.

Later gebruikt George de naam als een voornaam. Met andere woorden: het is niet geheel duidelijk wat we geloven moeten. Wel dat hij zijn radio's vernoemde naar de bekende vuurtoren Eddystone gebouwd op een kleine groep verraderlijke rotsen zo'n veertien mijlen in zee in het Zuidwesten van het Verenigd Koninkrijk. De eerste toren werd gebouwd in 1703. de nu huidige toren uit 1882 is 51 meter hoog en heeft met een intensie van 570 000 kaars een lichtbereik van 24 mijl in normale weersomstandigheden.

Dit als voorbeeld om de degelijkheid en kwaliteit van zijn radio-ontvangers aan te duiden.

Achter op de EB35 is deze vuurtoren symbolisch afgebeeld op het typeplaatje.  Omdat er al gauw meerdere fabrikanten radio's voor de consument gaan produceren stapt het bedrijf in 1926 over op kortegolfontvangers. Vanaf 1936 maakt het bedrijf superheterodyne communicatie-ontvangers. Een daarvan de 870 uit 1957 en is wel de meest gezochte ontvanger bij verzamelaars.

Later in 1961 verschijnt de 870A die voorzien is van nog een extra korte golfband. Dit toestel heeft vijf banden. De zware metalen kast geeft aan dat de fabriek bekend is met fabricatie van metalen voorwerpen. Het chassis is geisoleerd in deze kast geplaatst. Via een condensator kan deze hiermee verbonden worden, indien nodig. De buitenkast is zonder meer verbonden met aarde of scheepswand om ongelukken te voorkomen. Om het schema van dit toestel duidelijk te maken is er eerst gesproken deze avond over de diverse mogelijkheden om twee hoogfrequente signalen te mengen waarbij ook zorg gedragen moet worden dat de oscillatorfrequentie niet kan uitstralen naar de antenne.

Om een en ander wat gemakkelijker te maken, werd tijdens de lezing  les 10 gebruikt van de NVHR radiocursus. Om twee frequenties te mengen teneinde de hier nodige 465 kHz middenfrequentie te verkrijgen is gelijkrichting nodig en dat is in de kromme van karakteristiek van de buis.

Vervolgens kwamen voorbij de Tropadyne schakeling, waarbij de antennekring verbonden is met het midden van de oscillatorroosterspoel. Het midden van de spoel is neutraal en derhalve wordt er geen signaal van de oscillator naar de antenne gevoerd. Het antennesignaal komt hier tezamen met het oscillatorsignaal op een rooster, men noemt dat additieve menging.

Een hele verbetering is de schakeling met de dubbelroosterlamp, waarbij beide signalen ieder op een rooster terechtkomen. Men moduleert met het antennesignaal het oscillatorsignaal en is hiermee een van eerste schakelingen waar electronische menging plaats vindt.

Vanzelf komen we terecht bij de hexode, hier in dit getekende schemaatje wordt het oscillatorsignaal, middels een Colpits opgewekt, aangesloten op het eerste en tweede rooster. Het derde en vijfde zijn het schermrooster dat voor hoogfrequent is geaard en het antennesignaal komt op het vierde rooster binnen.

Vroeger sprak men dan ook wel van de eerste detector omdat straks ook nog het LF-signaal gedemoduleerd moet worden met de gebruikelijke detector in dit geval diodedetectie door de buis 12AT6.

Opvallend dat in de beschrijving de hexode 12BE8 nog ouderwets wordt aangeduid als detector.

Er wordt gebruik gemaakt van een in Amerikaanse toestellen gebruikelijke  Pentagrid-schakeling, waarbij een Electro Coupled Oscillator (afgekort ECO)  wordt toegepast. De oscillatorspoel is tussen het eerste rooster en aarde geschakeld en de kathode op een aftakking.

Oplettende cafébezoekers zullen deze schakeling ook herkennen als de mengdetector met de penthode 6SK7 van de paraset waarbij middels het wijzigen van de schermroosterspanning de oscillatie  meer of minder geregeld kan worden en niet alleen wordt gebruikt om morsesignalen middels  onderbroken draaggolf te ontvangen, maar ook als terugkoppeling wordt gebruikt. In dit toestel zijn beide schermroosters van de 12BE6 de 2e en 4e  direct op de 100 volt anodespanning aangesloten. Het antennesignaal wordt geïnjecteerd op het 3e rooster. Het weerstandje R2 dient om ongewenst genereren tegen te gaan. Verders een gebruikelijke schakeling. Wel opvallend de condensator C37 van geringe waarde, welke zorgt voor een extra spanningskoppeling tussen de primaire en secundaire van de tweede MF-trafo, om voor een gunstiger bandbreedte te zorgen.

Midden in mijn betoog over de koppeling van bandfilterkringen, inductief-, stroom- of spanninggekoppeld wordt er vanuit het zaaltje door iemand met luide stem de opmerking gemaakt dat het toestel niet kan werken. Het aan de aanwezigen uitgereikte schema dat ik had gekozen voor de duidelijkheid van de tekening heeft een paar verkeerde waardeaanduidingen van enkele condensatoren van het HF-filter na de detectie. Het wordt dan wat rumoerig, ik denk op dat moment dat er misschien wat teveel techniek in een keer wordt verteld. Maar als dan ook nog het laagfrequentgedeelte zo te horen wat onbegrijpelijk overkomt en daar een hele discussie over ontstaat, lijkt het mij beter om de lezing af te sluiten en nu over te gaan naar de oplossing van het vraagstuk van de vorige avond.

Ik had daarvoor een lange spoel gewikkeld waarin over 1/3 deel een magneet bewogen kan worden en zoals al vorige avond getekend drie aansluitingen, nu met schakelaar. Om de opgewekte spanning te kunnen meten met een universeelmeter bleek onmogelijk laat staan dat een gloeilampje tot branden gebracht zou kunnen worden.

Daarom heb ik provisorisch met een oud kompas een galvanometer samengesteld, middels een spoel van 25 windingen, 0,28 geëmailleerd koperdraad waarin het kompas werd geschoven. Een lange bedrading tussen spoel en galvanometer was nodig, anders bewoog de naald al gelijk als de magneet te dichtbij kwam.

Dit gaf gelijk het gevoel weer terug te zijn in het natuurkundelokaal. Het gaf tevens gevoel even een kijkje te kunnen nemen in de werkplaats van een geleerde in de 18e eeuw. Iedereen stond om de tafel om goed te kunnen zien wat er zou gaan gebeuren.

Het is Ed die de op een staaf gemonteerde magneet in de spoel heen en weer beweegt. De galvanometer, aangesloten op het derde deel van de spoel, waarin de magneet heen en weer wordt gehaald, beweegt en slaat enige graden uit. Alsof een wonder zich openbaart, zo wordt er doodstil naar gekeken. Nu de schakelaar omzetten zodat de gehele spoel wordt gebruikt en wat blijkt? De wijzer slaat verder uit!

Geheel tegen de verwachting in van velen die voorspelden dat de loze spoel slechts als een smoorspoel zou werken. Anderen die meenden dat de ohmse weerstand een rol zou spelen en de wijzer dus minder zou doen uitslaan. Eigenlijk kan er geen sprake zijn van transformatorwerking. De beweegfrequentie is nauwelijks 10 hertz en de spoel heeft geen ijzeren kern.

Met hoogfrequent zou dat wel mogelijk zijn. De oorzaak van deze verhoging van de spanning heeft te maken dat als de magneet geheel is ingebracht ook een groot deel van het magnetisme een aantal windingen van de verlengde spoel doorsnijdt. John Hupse geeft dat nog even aan met een eenvoudige formule en het tekenen van het krachtlijnenpatroon. Toch een leuk experiment, dat met aandacht werd bekeken.

Nu dan toch het moment om de Eddystone 870A te demonstreren. Diegenen die meenden dat het toestel volgens het schema niet zou kunnen spelen kwamen bedrogen uit. Geen enkel toestel eerder hier gedemonstreerd werkte zo goed als deze kleine ontvanger. Achter elkaar kwam zenders op de diverse banden luid en duidelijk door. Niet alleen op de 40 en 80 meter band, waar ook werkende zendamateurs te beluisteren waren, maar zelfs ook op de lange golf band werd radio Parijs goed ontvangen. Opvallend dat zo'n oude buizenbak het beter doet dan zo'n moderne EB35 van Eddystone hier in deze ruimte.

Maar ook Frank Hartgers had speciaal voor deze avond een grote speciale solid state kortegolfontvanger meegenomen een Yaesu Musen Co Ltd een mooi toestel zo te zien met veel mogelijkheden. Zou deze het beter doen ?

Zelfs met meer dan twee bedienende handen lukte het niet de 870A te evenaren. Zouden dan toch vier buisjes beter zijn dan een handvol transistoren en chips?

Tijd voor de versnaperingen en wat boeken uitzoeken, weer een leuke avond vol verrassingen.

Het originele schema en gegevens zijn ook te vinden op onze NVHR-site compleet met beschrijving.

Klik op het schema voor een grotere afbeelding

Piet van Schagen PA3HDY.