Verslagen Radiocafé

Verslag 16 november 2010: Wobbelen met de Grundig AS4

Dit keer een avond waarbij het "wobbelen" aan bod komt. Een bezigheid, die slechts door twee mensen in het Radiocafé blijkt te worden beoefend, ik had het zelf overigens ook niet eerder gedaan.


De voor deze gelegenheid door de NVHR ter beschikking gestelde Grundig meetzender type AS4. Links de knoppen voor het frequentiebereik en voor het instellen van de "sweep", rechts de calibratieknop en de uitgangsverzwakker. Onderaan de sweep ingang/uitgang, de knop voor het instellen van de modulatiesoort en de h.f. uitgang. Via de schaal in het midden kan de h.f. frequentie nauwkeurig worden ingesteld

De vraag "wat is wobbelen" wordt dan ook snel gesteld. In de elektrotechniek wordt hier een bepaald soort meting onder verstaan waarmee de doorlaatkarakteristiek van een elektronische schakeling zichtbaar wordt gemaakt. Bij zo'n meting wordt gebruik gemaakt van een meetzender, waarvan de frequentie in hetzelfde ritme varieert als de tijdbasis van een oscilloscoop. Op die manier ontstaat een stilstaand beeld van de doorlaatkromme van de schakeling.


De gebruikte wobbelopstelling wordt schematisch op het bord getekend


Wobbelen in 1938, in het midden de Philips GM2881 Frequentie Modulator

Behalve een radiotoestel of iets dergelijks heb je om te kunnen wobbelen dus een geschikte meetzender nodig, plus een oscilloscoop. Een klassieke Philips meettoestel dat al in 1938 voor het wobbelen van radiotoestellen wordt gebruikt is de Philips Frequentie Modulator type GM2881. Dit toestel bevat twee mengbuizen type CK2, waarvan de eerste tevens wordt gebruikt als 4 MHz oscillator. De tweede mengbuis wordt gebruikt als reactantiebuis, deze staat parallel aan de afstemkring van de oscillator en zorgt er voor dat de oscillatorfrequentie FM-gemoduleerd wordt.


De binnenkant van de B&O


Ratiodetector

Bij de GM2881 wordt altijd een aparte Philips meetzender (b.v. een GM2882) gebruikt waarvan het signaal wordt toegevoerd aan de eerste mengbuis van de GM2881. Wanneer de meetzender staat ingesteld op b.v. 4,47 MHz is het uitgangssignaal van de GM2881 gelijk aan de verschilfrequentie, dus in dit voorbeeld 470 kHz. Het uitgangssignaal is uiteraard ook FM-gemoduleerd en wordt toegevoerd aan de m.f. versterker van het radiotoestel, terwijl de Y-ingang van de oscilloscoop wordt verbonden met de uitgang van de detector.


Links de Grundig meetzender, in het midden het B&O radiotoestel en rechts de zelfbouw scoop

Een wobbelopstelling wordt vaak gebruikt bij het afregelen van TV-tuners, FM-tuners en TV middenfrequent schakelingen, maar kan ook goede diensten bewijzen bij het afregelen van communicatie ontvangers en FM ontvangers.

Na de theorie is het natuurlijk tijd voor de praktijk. Om een en ander te demonstreren wordt een  opstelling gebruikt met uitsluitend apparatuur uit de jaren '60. Deze bestaat allereerst uit een buizen FM radiotoestel van Bang & Olufsen, de Dirigent 610K. Als meetzender wordt een Grundig AS4 gebruikt, dit is een service meetzender met wobbelmogelijkheid op 10,7 MHz. Om de verschillende curves zichtbaar te maken is geheel rechts op de tafel alvast een zelfbouw oscilloscoop klaargezet, eveneens uit de jaren '60.


Hoe werkt de radio detector en hoe sluiten we deze op de scoop aan

De uitgang van de meetzender wordt nu via een (wit) snoertje verbonden met de ingang van de m.f. versterker van de B&O, terwijl een van de diodes van de ratiodetector met een (zwart) snoertje wordt verbonden met de scoop. Wel via een hoogohmige weerstand, de detector mag immers niet ontregeld raken door de capaciteit van het verbindingssnoer. De doorlaatkromme van de m.f. versterker verschijnt direct op het scherm van de scoop.


Eenvoudige meetopstelling met 2 verbindingsnoertjes, het witte snoer verbindt de uitgang van de meetzender met de ingang van de m.f. versterker, het zwarte snoer verbindt de detector met de scoop


Middenfrequent doorlaatkromme


Verbeterde opstelling met 3 verbindingssnoertjes i.p.v. 2

Deze opzet kan echter nog sterk worden verbeterd door een derde snoertje te gebruiken dat tussen de "sweep" uitgang van de meetzender en de X-ingang van de scoop wordt gelegd. De tijdbasis voor de oscilloscoop wordt op deze manier rechtstreeks geleverd door de meetzender, waardoor een aantal lineariteitsfouten komen te vervallen en waar het beeld zichtbaar van opknapt.

.
Ratiodetector curve

De volgende stap is het wobbelen van de ratiodetector zelf, hiervoor wordt de Y-ingang van de scoop verbonden met de uitgang van de ratiodetector. En na deze handeling verschijnt inderdaad de bekende S-curve van de FM-detector op het scherm. Uiteraard wordt gedemonstreerd op welke manier de curve vervormt bij het draaien aan de spoelkerntjes van de m.f. versterker en van de detector.


Gyula Kiss demonstreert hier nog een verbeterde versie van zijn kristalgestuurde 80-meter zender, deze keer voorzien van een gloeilamp als antenne ballast.

Een gezellige en toch nuttige avond, waarop met relatief eenvoudige middelen de vaak gestelde vraag "hoe gaat dat nu, dat wobbelen" afdoende kon worden beantwoord.

John Hupse