Verslagen Radiocafé

Verslag 21 september 2010: de "Babyrado"

Enige uitleg is hier wel nodig, om dit verhaal wat begrijpelijker te maken. Het heeft deels te maken met het dagboek van Anne Frank waarin ze de radio's beschreef waarmee naar Radio Oranje geluisterd werd.

Al vanaf 12 juni 1942 schreef zij regelmatig in haar dagboek hetgeen haar als meisje bezig hield. Tot zij in de lente van 1944 op Radio Oranje de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in ballingschap, Bolkestein hoorde spreken. Waarin hij zei, dat na de oorlog alle getuigenissen van het lijden van het Nederlandse volk tijdens de Duitse bezetting verzameld en openbaar moesten worden gemaakt.

Als voorbeeld noemde hij dagboeken. Onder de indruk van deze toespraak besloot Anne Frank na de oorlog een boek te publiceren. Haar dagboek zou daarvoor als basis dienen. Deze toespraak beluisterde zij op de wat zij beschreef als de  Babyradio.

Het radiotoestel beneden in het kantoor van de firma OPEKTA werd in 1943 ingeleverd. Deze werd door Anne beschreven als de grote mooie radio. We weten dat dit een Philips 535A  geweest moet zijn.

Al heel wat jaren geleden werd ik door een filmmaatschappij gebeld die een film wilden maken in het Achterhuis van het pand op de Prinsengracht 263, of ik zo'n toestel ter beschikking zou willen stellen. Jammer genoeg had ik deze radio niet en belde ik Maarten Gudde of hij kon helpen. Geen probleem, hij had een goed uitziende radio, echter niet spelend en zelfs te gevaarlijk om de stekker in het stop contact te steken. Dat bleek niet erg te zijn, het geluid kon even goed via een andere radio op de film gezet worden, maar het moest wel zichtbaar zijn dat het toestel aanstond. Met andere woorden de stationsnamenschaal moest verlicht zijn. Maarten heeft er met een E27 fitting een 15 watt gloeilamp in gehangen en zo kon de radio toch gebruikt worden.

Enkele maanden geleden werd ik door de Anne Frank stichting gebeld of ik voor een nieuw op te nemen promotiefilm een Babyradio zou kunnen verzorgen. In haar dagboek schreef zij namelijk op 15 juli 1943.

Nu wordt bedoeld met clandenstiene radio dat deze niet geregistreerd stond en er geen radiozegels voor werden geplakt.

Dit toestelletje werd om begrijpelijke redenen niet in het kantoor beneden geplaatst, maar naar het Achterhuis gebracht. Waar het vermoedelijk tot 4 augustus 1944 heeft gestaan. De dag dat 's morgens een auto voor de deur stopte waaruit de SS-Oberscharführer Karl Josef Silberbauer in uniform stapte, samen met drie gewapende Nederlandse helpers van de Grüne Polizei.

Alle acht onderduikers werden gearresteerd alsook de in het kantoor werkende Victor Kugler en Johannes Kleiman. Waarschijnlijk is toen ook de Babyradio in beslag genomen.

De beheerders van de stichting hadden het vermoeden dat het een Philips Philetta radio zou moeten zijn. Ik kon dat bevestigen, omdat waarschijnlijk de heer Kleiman het toestel uit Zwitserland had meegebracht of gekregen, want daar werd het toestel in advertenties de Philips Baby Radio genoemd. Toevallig heb ik zo'n 204UN thuis staan die uit Zwitserland komt. Nog geheel in de originele staat en nog goed werkend. Zelfs nog met de buizen die er vanaf de fabriek nog altijd in staan.  Achter op het metalen schotje, dat als antenne dienst doet, staat een Duitse tekst en tevens een uitklaringsbewijs.

De aanduiding op de schaal van twee Engelse zenders bewijst in ieder geval dat het geen Duitse uitvoering is want de afstemschaal was daar gecensureerd en er werden alleen toegestane stations op vermeld.

Een blauw CRF-zegel achter op de radio geeft ook aan waar het vandaan komt.

Ik had het geluk dit toestel te kunnen kopen van een particulier in Duitsland, die op de beurs in Altensteig naar mij toe kwam en vroeg of ik interesse had in een toestelletje dat zijn vader lang geleden had meegenomen uit Zwitserland. Natuurlijk altijd een tref een nog ongeschonden radio te vinden, dus de koop was gauw gesloten.

Op beurzen koop je meestal toestellen die al vele malen van eigenaar zijn verwisseld en even zovele malen gerestaureerd, zodat ze nog nauwelijks te vergelijken zijn met de radio die ooit lang geleden de fabriek verliet.

Begin mei 2009 werd het toestelletje door de heer Menno Metselaar van de Anne Frank Stichting bij mij thuis opgehaald en is de 13e mei weer teruggebracht. Het bijzondere is dat het nu meegebrachte toestel naar ons Radiocafé in de gehele wereld bekeken kan worden.

Ook voor mij heeft dit type Philips radiootje veel betekend. In augustus 1949 ging ik op de avondschool van Mr. W. Broertjes, het Amsterdams Radioinstituut, de opleiding tot radiotechnicus volgen.

Een school op het Westeinde 12 in een oud statig pand met diverse lokalen. Het schoolgeld moest altijd aan het begin van de maand meegebracht worden. Een enkele keer gebeurde het dan dat op de lange tafels waar we aan zaten briefjes lagen met mededelingen, die meestal een lichte verhoging van het lesgeld betroffen, of een bijdrage aan gemaakte onkosten.
Zoals bijvoorbeeld: “Het zal waarschijnlijk wel opgevallen zijn dat bij het betreden van ons pand de trappen minder lawaai maken. Een oplettende leerling zal bemerkt hebben, dat de treden van een wollige vloerbedekking zijn voorzien, die het geluid dempen. Minder storend als een laatkomer de trap op stormt, daarmede andere uit hun concentratie halen die reeds druk met de studie bezig zijn. Echter de onkosten zijn wat hoger uit gevallen met gevolg dat wij node het lesgeld met zegge 10 cent moeten verhogen. Ik neem aan dat daar begrip voor zal zijn.”

Zo ook kregen wij op een dag een mededeling dat het mogelijk was om tussentijds het monteursexamen af te leggen en zelfs daarop volgend het NRG-diploma te behalen. Verstandig als misschien toch later de studie te zwaar wordt en men voortijdig stopt met de lessen.

Ach er zal wel weer iets voor betaald moeten worden, maar achteraf niet eens zo'n gek idee vonden de meeste leerlingen. Ook ik heb mij daar voor ingeschreven, ben geslaagd voor dit tussenliggend schoolexamen en ik heb mij daarna opgegeven voor het NRG-diploma. Dat verliep ook voorspoedig, echter met het mondeling liep het voor mij wat anders dan volgens het vastgestelde rooster. Met vijf en twintig man stonden we op de gang te wachten, ik had nummer 492. Eerst werden er twaalf binnengeroepen en na een uur de volgende twaalf. Ik bleef alleen achter op de gang. Dat was ergens wel wat onprettig want je bent toch wat in spanning. Onverwachts ging de deur weer open en een der examen afnemende heren vroeg mij: “Heb je wel eens radio's gerepareerd?“ Ik vertelde hem mijn dat vader radio's hersteld in de werkplaats thuis en ik daar vaak bij assisteer.

De man knikte begrijpelijk en zei: “Wij hebben hier een toestel van de concièrge met een defecte elco, het toestel is al uitgekast.

"Kan je dat even verder afmaken? Wij hebben daar nu geen tijd voor en hebben  wel beloofd het te maken." Dat was natuurlijk voor mij niet zo moeilijk en zodoende mocht ik ook binnenkomen en een op de tafel staande uitgekaste Philips Philetta repareren. Ik had natuurlijk wat meer gereedschap nodig dan de reeds gebruikte schroenvendraaiers en mocht deze bij andere tafels weghalen.Het was wel even zoeken naar een soldeerbout en soldeertin. Bij elke tafel zat iemand die de  leerling vragen stelde of metingen liet verrichten.

Zodoende kreeg ik al snel een indruk wat er al zo werd gevraagd. Nadat ik de elco had vervangen, bleek bij het aanzetten dat men stiekem een weerstandje los had geknipt. Waarschijnlijk om er een extra storing in te maken. Dat heb ik echter zonder daar iets van te zeggen ook weer keurig vastgesoldeerd, het toestel weer in de kast geschoven en afgemonteerd. Men was tevreden bleek al snel, want van de heren achter de twee tafels dicht bij mijn werktafeltje, daar kreeg ik al zonder iets te hoeven doen van elk een 8 omdat ik, zoals zij begrepen, al wist wat de antwoorden zouden zijn en ook de radio weer perfect werkte en volgens een der heren zelfs vakkundig hersteld.  Zodoende doet de Philips Philetta mij toch altijd weer herinneren aan dat mondeling examen in Den Haag.

De radio die ik heb meegebracht is de universeelsuper “Philetta 204UN”.

Het is de uitvoering 1941, het zijn de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog. Ik herinner mij nog als kind de prachtige folders waarin dit toestel werd aangeprezen als een handzaam toestel dat overal in huis gebruikt kan worden zonder gebruik van antenne of aarde. Slechts een stopcontact is voldoende om dit toestel te laten spelen.

Het is moeilijk om U-apparaten zodanig te construeren dat ze voldoen aan de veiligheidsvoorschriften zoals die in verschillende landen bestaan. Een grammofoonaansluiting is niet mogelijk, daar het chassis met de netspanning verbonden is. Toch verscheen in het voornoemde jaar dit U-toestel van zeer kleine afmetingen, 24 x 16 x 13 cm, een product waar men niet de hoogste eisen aan kan stellen, maar dat toch al gauw een gewild toestel blijkt te zijn. De 204UN heeft twee banden, namelijk de Middengolf (192-575 meter) en Kortegolf (15- 51 meter).

Het schema van het ontvanggedeelte is zeer eenvoudig. Als antenne dient het metalen achterschot en er is tevens een stekerbus voor het aansluiten van een antenne. Er is een seriecondensator Ck = 1000 pF opgenomen in deze aansluiting, ter beveiliging tegen de netspanning. Over de onderste antennespoel (de inductieve koppelspoel) voor de middengolf is een ballastcondensator van ongeveer 400 pF parallel geschakeld. Deze dient om te zorgen dat antennes met verschillende capaciteiten minder invloed hebben op de afstemming.

Deze koppelspoel heeft ook veel meer windingen dan de afstemspoel in de roosterkring. Philips geeft aan dat de ohmse weerstand ruim 5x groter is en dus ver buiten de afstemming ligt. Ook, zoals besproken in het voorgaande verslag bij de Corona koppeling, zal hier de ballastcondensator voor de hogere spiegelfrequenties een lagere wisselstroomweerstand hebben. Nu zal het nauwelijks voorkomen dat een spiegelfrequentie precies twee maal de MF-frequentie hoger zal zijn dan die van het station waarop is afgestemd.

Al bij een gering verschil tussen de beide draaggolffrequentie iets meer of minder dan twee maal de MF-frequentie, in het hoorbare gebied, bijvoorbeeld 1000 hertz dan horen wij deze als een fluittoon, welke de modulatie overstemd. Men zegt dan ook altijd dat de spiegelfrequentie een fluittoon geeft, dit veronderstelt dus altijd een betrekkelijke kleine afwijking van de theoretische spiegelfrequentie. Is de afwijking groter dan 12000 hertz dan is deze vrijwel niet meer hoorbaar. Deze hinderlijke fluitjes zijn alleen te bestrijden met voldoende voorselectiviteit, de bekende preselectie die wij in duurdere toestellen aantreffen. De eerste uitvoeringen hadden een UY1N als gelijkrichtbuis. Op de foto is deze rechts te zien met de bakelieten voet.

De drie andere zijn nog voorzien van de papieren banderollen om de voet met daarop de vermelding van het serienummer van de radio. Het netsnoer is meestal na al die jaren verdroogd. Om dat te vervangen moet de radio uitgekast worden. De schroefjes van de drie knoppen losdraaien met een magnetische schroevendraaier en van het indicatielampje de verbindingen lossolderen. Het uitnemen van het lampje kan namelijk de aansluitdraadjes van het neon lampje doen afbreken. Om het nieuwe netsnoer aan te brengen moet ook de luidspreker losgeschroefd worden van het chassis. Deze moet, als het een exemplaar is uit de eerste productiejaren, er uit zien als op de onderstaande foto. De drie ronde gaatjes in het metalen schot corresponderen met de drie boutjes van de magneet.

Opvallend in de schakeling is het niet aanwezig zijn van een koppelcondensator en lekweerstand in het circuit naar het rooster van de triode van de tweede UCH21. Deze krijgt zijn negatieve voorspanning door de gelijkgerichte HF-ruststroom die door de potentiometer loopt, die door een parallelcondensator van 100 pF wordt afgevlakt. Staat de volumeregelaar op de laagste stand met geringe geluidsterkte, dan krijgt de triode geen negatief en kan er roosterstroom gaan lopen waardoor vervorming optreedt.

Reden van deze wat afwijkende schakeling is dat de gezamelijke kathode van de UCH21 aan aarde ligt en negatief  afnemen van de minlijn in een serietoestel brom kan opleveren in deze LF-voorversterker triode. De UBL21 krijgt zijn negatieve voorspanning van de spanningsval over de twee parallelweerstanden  van 250 ohm die de minleiding van de voeding met het chassis verbindt. Overbrugd met een laagspannings elco van 100 uF. Het chassis is dus niet direct met het net verbonden.

De gebruikte teerdotcondensatoren zijn, zoals bekend, niet altijd geheel lekvrij, vooral na jaren van gebruik. Voor de koppelcondensator die de anode van de LF- triode met het rooster van de UBL21 verbindt, kan dat de oorzaak zijn dat de eindbuis positieve spanning op het rooster krijgt wat de anodestroom doet toenemen.

Hier is vervanging begrijpelijk niet te voorkomen van een lekke teerdot. Andere als afvlakking in schermroostervoedingen, mogen gerust een lekkage hebben tot 100 kohm. Wij werken tegenwoordig met zwevende schermroosterspanning, maar in eerdere toestellen, met vaste schermroosterspanning, waarbij de condensator overbrugd is met een weerstand (2511 bijvoorbeeld). Dus eigenlijk is deze geringe lekkage een automatische verbetering! Dus het is onnodig alles te vervangen!! En deze teerdotten horen trouwens bij dit toestel!!!

Let er ook op dat met het lossolderen eerst wat moderne tin wordt toegevoegd aan de soldeerlas om de smelttemperatuur te verlagen.

Langdurig verhitten kan onoverkomelijk schade toe brengen aan andere onderdelen, zoals spoelen en middenfrequent transformatoren. De gelijkrichter is voorzien van een condensator die de kathode met de anode verbindt. Er wordt geen aardaansluiting gebruikt en de antennestroom moet dus via de voeding geleid worden om daar naar een aardpotentiaal af te vloeien. Naar gelang de stekker in de wandcontactdoos wordt geplaatst moet deze kringstroom de UY1 passeren, die 50 keer per seconde de stroom doorlaat om de gelijkrichting te bewerkstelligen. 50 keer per seconde is dus de buis gesloten voor de antennekringstroom en dat is hoorbaar als brom. Vandaar de constante weg voor de kringstroom via deze condensator van 22000 pF.

Wat meestal bij Philipstekeningen als een vrijwel onbegrijpelijke tekening wordt afgebeeld zijn de golflengteschakelaars. Met onderstaand originele Philipsbeschrijving zal dat misschien enige verduidelijking geven van de werking.

Voor meer gegevens verwijs ik naar de documentatie, te vinden op de NVHR website. John Hupse knikte bevestigend, als ik vertel dat daar ook verwezen wordt naar zijn web-site.

Waarin nog een leuke, maar ook interessante aanvullende, tekst over deze Philips 204UN van zijn schoonouders te lezen is.

Piet van Schagen.