Verslagen Radiocafé

1 december 2015: Converters

Het is Lucien Levy (1892-1965) die in 1916 werd aangesteld als hoofd van het militaire laboratorium op de Eiffeltoren en zich daar al direct bezig hield met experimenteren in het superheterodyne principe. Het leger was nog altijd voorzien van veel langegolfontvangers terwijl andere mogendheden al werkten op de korte golven.

Met een door hem ontworpen heterodynesysteem konden deze ontvangers met behulp van dit voorzetapparaat ook gebruikt worden voor korte golven. In 1917 werd zijn vinding in een brevet (patent) vastgelegd onder nummer 493660. De Amerikaanse majoor Edwin Armstrong, die zelf ook zeer bedreven was in de radiotechniek, keerde na een bezoek aan Levy weer terug in de VS. Het patent van Levy werd daar niet erkend en toegewezen aan de majoor. Uiteindelijk besliste de rechter anders en in 1928 werd het officieel toegekend aan Lucien Levy.

schema VZ46

Deze avond werd de technische voordracht verzorgd door Chris Siecker, die speciaal voor zijn lezing drie converters had meegebracht. Lang geleden beschreven in Radio Bulletin de UN59 en de VZ46 en de 80 meter converter in een dr. Blan uitgave. Al eerder zagen we tijdens de radiocafé lezingen toestellen en apparaten die door Chris  met zorg en toewijding waren gebouwd.

Amroh VZ46

De VZ46 is een ontwerp uit 1946, speciaal voor de ontvangst van de amateurbanden en de kortegolfomroep. Voor toestellen die niet, of minder goed werken wat betreft de ontvangst van de zeer vele op de kortegolf opererende zenders. De ontvanger, die zowel een rechtuit of super mag zijn, wordt afgestemd 250 meter. Met de VZ46 wordt dan verder afgestemd op een gewenst radiostation.

Als koppelelement tussen de frequentie-omzetter de VZ46 en het radiotoestel wordt een MF-middenfrequenttrafo Mucore 361 gebruikt, welke is afgestemd op de 250 meter. Het bereik van de VZ46 is 10 tot 80 meter. Er wordt in de converter een ECH4 of ECH21 buis gebruikt, maar ook  een ECH81, zoals later werd gebruikt in de UN59, indien voorhanden kan ook. Beide zijn door een bijzondere stuurroosterconstructie van het triodegedeelte gevrijwaard van het hinderlijke overgenereren, of in ieder geval daarin sterk verminderd. Stopweerstanden zijn dan ook niet nodig.

De werking is vrij eenvoudig, met de variabele condensator C1 wordt het binnenkomende antennesignaal afgestemd. Dit signaal komt binnen op het eerste rooster van de pentode. Met de variabele condensator C2 wordt de oscillator afgestemd en, met de, van een fijnregeling voorziene, bandspreidingscondensator C3, wordt de band afgezocht.
Het rooster van de oscillatortriode is inwendig verbonden met het derde rooster van de pentode. Daar de karakteristiek van de triode een kromme lijn vertoont, mengen deze frequenties zich (vermenigvuldigen) en ontstaat er een som- en een verschilfrequentie. De afstemming van het MF-filter, de Mucore 361, bepaalt welke frequentie uiteindelijk wordt doorgegeven aan de uitgang. Dit is de verschilfrequentie van de antenne en van het oscillatorsignaal, welke gelijk is aan de afstemming van de Mucore 361.

Een antennefrequentie die twee maal de verschilfrequentie hoger of lager ligt, zou ook hoorbaar zijn als dat zo uitkomt. We noemen dat de spiegels. Gelukkig zijn die vele malen zwakker dan het afgestemde antennesignaal.  De afstemming van de Mucore op 1,2 MHertz (250 meter) is juist daarom gekozen dat spiegels net buiten de ontvangband vallen. Dit ontwerp werd gebouwd op een aluminium chassis met de afmetingen 20 x 20 x 7,5 cm. 
Chris heeft gebruik gemaakt van Uniframe-onderdelen, dat toch wat smaakvoller is dan een omgezet stuk aluminium plaat. De antenne- en oscillatorspoelen moeten zelf gewikkeld worden. De gegevens hiervoor zijn al eerder beschreven in het radiocaféverslag van 23 september 2014. Althans de formule om het te berekenen.

In de beschrijving van dit toestel in Radio Bulletin 5-6 uit 1946, bladzijde 89, zijn alle gegevens te vinden. Terwijl Chris op het bord de diverse frequenties voorrekent, die worden opgewekt, en de spiegelfrequenties die we niet uit het oog mogen verliezen, wordt ondertussen het toestel doorgegeven aan de aanwezigen, die met belangstelling de uitleg van Chris volgen. Het ziet er keurig afgewerkt uit en is dan ook het bekijken waard.

Hoe moet men het toestel in bedrijf stellen? De ontvanger wordt afgestemd op ongeveer 250 meter, even naar een plaats zoeken waar geen signalen worden waargenomen. De sterkteregelaar voldoende opendraaien. De afstemming van de van de 361 MF-spoel wordt op maximum gevoeligheid ingesteld. De VZ46 is hiermee goed afgeregeld en men kan nu met C2 de gewenste band opzoeken waarbij de antenne-afstemming C1 gelijktijdig wordt bij gedraaid op maximum sterkte.

Het afstemmen in de band geschiedt nu met de van een fijnregeling voorziene C3 zonder C1 te veranderen. Het voordeel van een aparte oscillator is dat je ook in geval van een spiegel boven en onder de inkomende frequentie kan afstemmen.

Er is een draagbare ontvanger meegebracht om het demonstreren van deze converter mogelijk te maken. Na enige handelingen, waarbij diverse snoeren en draden worden gebruikt, om een en ander met elkaar te verbinden, zoals dat bij draadloze ontvangst toch altijd nodig blijkt te zijn.

Het lukt om met slechts een kleine antenne diverse stations te ontvangen. Toch misschien wel handig nu de middengolf nog slechts weinig wordt gebruikt zoiets zelf te bouwen.

Ook de UN59, een ontwerp uit 1962 is meegebracht, werkend op dezelfde wijze als de VZ46, een wat moderner en ook weer in een sublieme uitvoering die bij vele bewondering opwekt. Dan als sluitstuk de dr. Blan converter, een transistoruitvoering, werkend op een 9 volts batterijtje.

Opvallend dat er voor deze Amroh bouwsels altijd zo veel belangstelling is. Als Chris op een begrijpelijke wijze dan ook nog uitlegt hoe een en ander gebruikt moet worden is dat mooi meegenomen. Met andere woorden weer een prettige en leerzame avond in Zaandam.

Piet van Schagen.