Verslagen Radiocafé | ||
| ||
Meegebracht deze avond de Pilodyne uit 1930.
Voor de schakeling van de middengolf op de lange omroepgolven is van een eenvoudig schakelsysteem gebruik gemaakt. Slechts twee veercontacten voor elk spoelgedeelte zorgen ervoor dat eventueel kans op defecten van dit schakelmechanisme tot een minimum is teruggebracht. Bovendien kan men de metalen doos openen middels vier boutjes om de zilveren schakelcontacten te controleren. Bij het omschakelen treden deze veercontacten alleen in werking op de stand van de middengolf. De langegolfspoelen worden dan kortgesloten en de antenne verbonden aan een aftakking op de eerste middengolfspoel. Terwijl in de langegolfstand de antenne wordt aangesloten op een aperiodische koppelspoel. Het tweede spoelgedeelte is een hoogfrequent transformator met afgeschermde secondaire, waarin de primaire koppeling is berekend op het gebruik van een schermroosterlamp de E442. De terugkoppelwikkeling is voor beide golfbanden hetzelfde, hetgeen met de moderne detectorlampen goed te doen is. Bij het ontwerpen van de spoelen is gestreefd naar een gunstig compromis tussen versterking en selectiviteit en daarmee is een voor de huidige omroepverhoudingen een alleszins bevredigde toestand verkregen, vooral als men in deze eenknopsafstemming gebruik maakt van een regelbare kleine condensator in de antenne-ingang. Aldus de importeur NV. Handels Mij. van Santen en Co. te Amsterdam. Om een volkomen gelijkloop te kunnen verkrijgen over de gehele band kunnen twee apart bedienbare afstemcondensatoren worden gebruikt. Ook hier heeft de importeur van PILOT Radio Nijkerk in voorzien, namelijk een te bestellen dubbele schaalaanduiding. Iemand die slechts luistert naar zijn favoriete radio-omroep kan prima overweg met de éénknopsafstemming. Een VARA-lid zal waarschijnlijk nauwelijks aandacht hebben voor de
NCRV of KRO en dit ook in omgekeerde volgorde. Zij die graag ook andere zenders willen beluisteren kan een dubbele afstemming soms wat handiger zijn, vooral bij zwakke stations. Alhoewel de gelijkloop van dit spoelstel is verbluffend goed! De eerste vermelding van dit spoelblok vond ik in Wireless World no. 578 uit 1930. Daarin werd geschreven over de Olympia Radio Show in september van dat jaar, waar op de stand 41, London Electric Wire Co and Smiths (LEWCOS) dit DCG/2 spoelstel ten toon stelde.
Het ombouwen van gelijkstroomtoestellen werd vroeger veel toegepast. Philips leverde daarvoor een speciale trafo voor de gloeidraadvoeding en omdat veelal vierpens lampvoeten waren gebruikt in de oude toestellen, zijn de nieuwe wisselstroomlampen met een zijschroef voor de kathode-aansluiting uitgevoerd. De primaire van de hier gebruikte gloeistroomtrafo is voorzien van een in serie geschakelde weerstand van 82 Ohm om de inschakelstroom van de lamp gloeidraden te dempen. Het enige dat ook veranderd moet worden is de volumeregeling, die bij gelijkstroom geschiedt door de gloeistroom van de hoogfrequentlamp te regelen. Nu moet van deze tetrodelamp de kathodeweerstand geregeld worden met een regelbare weerstand van 50 kOhm, in serie met een weerstand van 650 Ohm, deze weerstand dient om de kathode bij dicht gedraaide volumeregelaar nog enig negatief te laten behouden voor de schermroosterlamp E442. Ook niet vergeten de lekweerstand van de detectorlamp de E415 met aarde te verbinden. Het radiotoestel is nu na deze eenvoudige ingrepen geschikt voor een wisselstroomaansluiting. Wel moet nog het Philips plaatstroomapparaat gebruikt worden. Het lukte mij met veel passen en meten de E442 liggend te monteren, ondanks het gebruik van de dubbele PILOT afstemschaal met beide variabele condensatoren. Dus geen éénknopsafstemming, maar later zal blijken dat de afstemmingen volkomen gelijk zijn, slechts een kleine correctie is soms nodig. Hieruit blijkt wel de kwaliteit van het spoelstel. De beperkte ruimte had tevens het gevolg dat voor de terugkoppeling een variabele micacondensator gebruikt moest worden. De gloeidraadleidingen zijn onder de grondplaat weggewerkt. Mogelijk door het aanbrengen van dunne latten aan beide zijden van slechts 4 mm dik en 18 mm breed, welke zijn bedoeld om gemakkelijker het toestel in de kast te kunnen schuiven. Daardoor is er dan voldoende ruimte voor deze bedrading. Ik gebruik hiervoor verf roerlatten, die verkrijgbaar zijn in doe-het-zelfzaken, die op maat gezaagd, worden vastgelijmd. De gebruikte lampen zijn die van de Philips wonder serie, de E442, E415 en B443 alle met zijschroefaansluitingen. Probleem was de aanschaf van koperen houtschroeven zoals die vroeger gebruikt werden. Wat tegenwoordig te koop is in doe-het-zelf winkels is volkomen ongeschikt! Uiteindelijk slaagde ik in een winkel in Alkmaar die nog een voorraad had liggen. Wel 40 cent per stuk, dat viel wel tegen maar voor dit toestel mag dat wel. Het moet er uitzien, zoals het gemaakt zou zijn in 1930. De gebruikte oude Ferrix trafo is primair 220 Volt. Om te voorkomen dat de lampen met de huidige netspanning een half volt teveel spanning krijgen, wordt tijdens de demonstratie een correctiescheidingstrafo gebruikt 240 – 220 Volt. Als luidspreker gebruikte ik het eigenzinnig Philips orgeltje type 2025 (een verbeterde uitvoering van de 2024). Dat mij al eerder, met haar ambivalent karakter, een bijzondere dienst bewees, tijdens de filmopnames van de Varadyne op de NVHR-beurs. Waar het alleen maar wilde samenwerken met de haar vertrouwde ontvanger en weigerde vreemd te gaan. De geluidskwaliteit is goed te noemen mede door de stugge conus en de geringe uitslag welke laatste voorkomt dat we last krijgen met het doppler effect. De demonstratie tijdens het radiocafé mag succesvol genoemd worden, er werden diverse stations goed ontvangen op de middengolf, de radio reageerde zeer selectief en gevoelig. Ed Plevier wist ondanks de korte binnenantenne zelfs een station op de lange golf te ontvangen.
|