Verslagen Radiocafé

Verslag van 19 november 2013: Philicorda orgel AG 7500

Menig bezoeker van het buurthuis “De Poelenburg” zal bij het zien van het orgeltje in het zaaltje naast de bar gedacht hebben dat daar straks een kerkkoortje enige psalmen zal gaan instuderen. Begrijpelijk natuurlijk als men er aan gewend is om de veertien dagen gewoonlijk mensen te zien met radio’s en aanverwante apparaten die daar lezingen houden.

Dit keer werd echter de Philips Philcorda type AG 7500 besproken door Peter Boin.

Voor ons bekend als een bekwaam radiotechnicus die ons zeker deze avond alles zal kunnen vertellen over dit orgeltje. Gelukkig gebruikmakend van het bord om daar met viltstift aantekeningen op te maken en niet een beamer met op een muur geprojecteerde beelden en teksten. Te vergelijken met de vroegere diaprojector. Het geeft mij altijd het idee in het schemerdonker naar een grootbeeld tv te kijken waarbij iemand vanuit een donkere hoek de ondertiteling voorleest. Prima en goed te begrijpen als het voor een cursus is bedoeld. Vooral als er ook demonstratieve animatie wordt vertoond. Echter niet als voordracht waarbij het contact met de luisteraars gewenst is om de lezing tot een leuke ontspannende avond te maken. Alhoewel het mij vaak overkomt na een lezing dat ik weer op de terugweg naar huis bemerk toch wat vergeten te zijn om te nog wat vertellen. Hetgeen met een voorgeprogrammeerde beamer begrijpelijk niet kan gebeuren.
Deze avond kwam nu het elektronisch Philips orgeltje aan bod.

In feite zijn dergelijke orgels een gepoogde imitatie van het Hammondorgel uit 1934.

Waarin de golfvormen worden gemaakt door mechanische toonwielen en niet door elektronische oscillatoren. Op een draaiende as zijn een soort tandwielen geplaatst met speciale tandvormen met elk een ander aantal vertandingen. Via opneemspoeltjes wordt hierin een toon opgewekt van bepaalde frequentie en golfvorm. Een ingewikkeld mechanisch gebeuren met heel veel oliepotjes die regelmatig met olie gevuld moeten worden om de zaak soepel draaiende te houden. Vooral na het zware orgel een trap op gedragen te hebben is dat niet prettig voor diegene die onderaan loopt. Een typische eigenschap van het Hammondorgel is het gebruik van ‘drawbars’, in feite schuifweerstanden om de diverse golfvormen naar eigen inzicht te mengen. Belangrijk ook het bekende Key-Click geluid, een scherpe aanzet van de toon. Het is erg moeilijk of zelfs bijna onmogelijk om de combinatie van toonwielen met elektronica na te maken.
Het nu te bespreken orgeltje heeft één klavier met 49 toetsen wat inhoud een bereik van vier octaven. Een 8,4 en 2 voet uitvoering. De uitdrukking voet is afkomstig van de pijporgels en is de lengte van de open orgelpijp in voeten, een voet is ( +/- 30cm). Een 8 voet orgelpijp is dus +/-240 cm lang.

De normale toonhoogte, welke vergelijkbaar is met die van een mondorgel, is de 8 voet en die begint met de kleine c’ = 261 hertz. Voor diegene die noten kunnen lezen is dat op de notenbalk met de vioolsleutel de noot op de eerste hulplijn onder de notenbalk. De 4 voet is een octaaf hoger en een 16 voet een octaaf lager.

De Philicorda.

Zo rond 1960 bracht Philips een van de eerste elektrische huiskamerorgels de Philicorda uit. Een vier octaafs AG7500/00. Deze had geen eindversterker maar kon aangesloten worden op de pick-up ingang van de radio. Later kwam daarbij de AG7600/00 een stereo buizenversterker die onder de speeltafel geplaatst kon worden. Het orgel is voorzien van vijf Vox registers. Tevens een regelbare reverbatum, vibrato, volume en een balansregeling tussen Chord-Automatisch en de normale speeltafel. De Philicorda heeft een Single finger Chord op het eerste octaaf waarbij automatisch akkoorden kunnen worden gespeeld op de eerste 17 toetsen.
Bij het indrukken van de eerste zwarte toets de Cis klinkt dan een compleet A7 akkoord. Nemen wij de bijvoorbeeld de A-toets dan krijgen we het akkoord A-mineur. In volgorde zijn dat dan de akkoorden C-A7-Dm-Es-Em-F-D-G-E7-Am-B-G7-Cm-Bes-Gm-F7-C7. Met een balansregelaar is de juiste instelling te regelen met de rest van het klavier. Handig voor eenvoudig orgelspel maar het is begrijpelijk voor gevorderden beter om met de linkerhand de akkoorden te spelen.

Het schema: er worden als hoofdoscillator twaalf triodeoscillatoren in een Hartley-schakeling toegepast die elk een toon, de harmonische van het hoogste octaaf produceren en hierop zijn afgestemd. Hiervoor worden zes ECC83 buizen gebruikt. De halvering van deze frequenties door een tweedeler komt dan overeen met de toon van het onderliggende octaaf.

Het vibratorsignaal van 6 hertz wordt via weerstanden van 100 kOhm naar de roosters gestuurd. Hiermee worden de opgewekte frequenties gemoduleerd. Dat wil zeggen dat afgegeven frequentie met 6 hertz heen en weer zwaait. Via weerstanden van 100 kOhm worden deze signalen vanaf de anodezijde van de oscillator spoelen naar de frequentiedeler sectie gestuurd.
Deze is samengesteld uit weer 12 secties in cascade geschakelde zaagtandoscillatoren plus één voor de extra c op het klavier, die telkens door twee worden gedeeld. Hiervoor worden neonbuisjes (ZA1001) gebruikt.

De frequentie van de neon zaagtandoscillator (in deze afbeelding ) B5 is afhankelijk van de R-C tijd, de ontsteekspanning, de doofspanning en de voedingspanning. Over R36 wordt vanuit de hoofdoscillator een sinusvormig synchronisatiesignaal toegevoerd. De R-C tijd van (R35, C11 en C12) bepaalt de gewenste frequentie. Het synchronisatiesignaal zorgt er voor dat bij dat bij kleine afwijkingen toch op het juiste moment de ontlading inzet.

De volgende oscillator B6 krijgt de synchronisatie via de deelspanning over de condensatoren C36 en C35. De in de kathode opgenomen silicium diode GR1 heeft twee functies.
Zij heeft een geringe weerstand voor een snelle ontlading van de condensatoren C13 en C14 zodat de zaagtand een steile flank verkrijgt, wat voor een hogere harmonische inhoud, belangrijk is. Tevens tijdens de tijd dat de neonbuis nog niet is ontstoken, is de diode niet geleidend en derhalve de kathode van B6 een synchronisatiespanning toegevoerd krijgt. Op het moment dat de spanning over de beide condensatoren zover stijgt dat de neonbuis kan gaan ontsteken is ook ten gevolge van het synchronisatiesignaal de spanning over de diode 0,7 volt en is op dat moment geleidend, zodat de beide condensatoren zich kunnen ontladen.

Een en ander werd door Peter Boin uitvoerig en begrijpelijker behandeld met tekeningen op het bord.

Als je bijvoorbeeld een A toets indrukt met de duim kan je gelijktijdig ook een volgend A met de pink indrukken. Het is ongeveer een afstand van 16 centimeter. Je hoort dan twee tonen die een octaaf verschillen. Nog een andere A erbij lukt met een hand niet. Maar het orgel is voorzien van schakelaars die deze verbindingen kunnen maken. Je kan dus bijvoorbeeld met schakelaars de keuze maken van een A van een 8 voet en een A van een 2 voet dat is dan twee octaven uit elkaar.

De Philicorda is voorzien van een reverbatum middels een drievoudige veer-unit. Tevens een zwelpedaal om het volume onder het spelen te kunnen regelen.

Na de lezing heb ik op verzoek van de aanwezigen van deze avond het orgel bespeeld.

Op het onderstaande filmpje zijn te horen fragmenten uit “Ebb Tide” van Robert Maxwell (1953) gevolgd door enige maten uit “Polka Dots and Moonbeams” van Jimmy van Heusen  (1940).

 

Het geluid viel mee en het klavier was goed bespeelbaar, maar het orgel mist toch de Hammond-Click heeft geen sustain en ook niet aanwezig de 5 1/3 voet, een kwint hoger dan de 8 voet en de 2 2/3 voet, deze is een octaaf hoger plus een kwint dan de 8 voet. Er zijn zelfs meer variaties. Belangrijk ook het gemis van een voetpedaal dus geen ondersteunende bas en natuurlijk het gemis van een Lesliebox. Een Leslie luidspreker met twee snelheden is eigenlijk onmisbaar bij een orgel en is meestal bij kleine orgels ingebouwd. Overigens weer een heel gezellige avond en een leerzame lezing over het Philicorda orgel verzorgd door Peter Boin.

Piet van Schagen TC NVHR