Verslagen Radiocafé

Verslag van 15 oktober 2013: De Varadyne

Er waren boven verwachting, deze avond in Zaandam veel bezoekers, er moesten zelfs stoelen bij gehaald worden om iedereen een plaats te geven. Ik had niet verwacht dat het zo druk zou worden, want er is al heel veel over de Varadyne geschreven. Frans Driesens van het Radio Amateur Museum in Reusel heeft er lang geleden over geschreven in ons NVHR-tijdschrift en niet te vergeten de website van John Koster, waar ook veel interessante informatie te vinden is. Maar ook is de beschrijving te vinden in de NVHR-schematheek van dit toestel.

Het boekje met de bouwbeschrijving is daar compleet met tekeningen in afgedrukt. Volgens Rodriques de Miranda, die het bouwplan van het toestel heeft ontworpen, zouden er zeker 100.000 toestellen gebouwd zijn. Volgens onze voorzitter John Hupse slaat dat immense getal eerder op de verkoop van de boekjes, dan op de gebouwde toestellen. Om nu nog iets toe te voegen in de te houden lezing, wat al eerder met zoveel details is beschreven zal niet meevallen.

Meegenomen is een zeer gedateerde ongerestaureerde Varadyne in een voor mij herkenbare kast, zoals deze bij ons thuis vroeger werden gemaakt. Er werd namelijk geen kast bij het nog te bouwen toestel geleverd.

Tevens een in die tijd aanbevolen bekrachtigde luidspreker en een eveneens oude Hegra met een Transforma acculaadapparaat. Opvallend het meegebrachte staafantennetje van anderhalve meter wat bij menigeen de gedachte opriep; zou dat nu echt voldoende zijn om enige ontvangst te kunnen krijgen, waar moderne, eerder besproken toestellen het lieten afweten of hooguit met moeite een luidspreker wisten aan te sturen. 

Het was rond 1931 voor de omroepen zaak om zoveel mogelijk leden te werven. Hierdoor ontstond al snel een gewoonte om relatiegeschenken te geven of zelfs te kopen. Zoals verzilverde lepeltjes, bekers, kalenders, enzovoort. Maar ook probeerden de omroepen om met in opdracht ontworpen bouwschema’s van ontvangtoestellen, deze voor een geringe prijs aan te bieden. Toestellen die eenvoudig zijn te bouwen voor de leek. De VARA heeft hiertoe de heer Sem Nijkerk van de gelijknamige radiohandel in de Warmoesstraat in Amsterdam verzocht een goedkoop zelfbouwradiotoestel samen te stellen. Het is de daar werkende Ir. Rodriques de Miranda die daartoe de opdracht krijgt.

Een toestel zo ontworpen, dat zelfs een kind het zou kunnen bouwen. Zelf verbaas ik mij erover dat alles wat ik lees over die tijd al eerder te verkrijgen is in de handel. Een Varadyne kostte net zoveel als een Philips 2534 en dan heb je een compleet goed werkend toestel. De meeste toestellen zijn gebouwd volgens het standaardschema, zoals we dat vergelijkend aantreffen in de Philips 2514; een der eerste wisselstroomtoestellen van Philips. In deze veelgebruikte schakeling zijn door ontwerpers en schrijvers diverse kleine veranderingen aangebracht die volgens hun advertenties betere ontvangstresultaten zouden opleveren.

Bijvoorbeeld Ir. White van NSF, die de antennekring vervangt door een variometer. Het is de M4, het Variometer-ontvangtoestel. Ik heb zo’n toestel gehad en het hele toestel viel wat ontvangst betreft, tijdens een lezing gehouden in Amstelveen afdeling VERON, zwaar tegen. Er is van deze lezing een film gemaakt en is nog altijd op een dvd te bestellen. Het Varadyne schema, dat overeenkomt met het 2514 Philipsschema heeft een kleine verandering ondergaan, door in de anode van de E442 een HF-smoorspoel op te nemen en de anode te koppelen met een condensator van 20 pF, aan de afstemkringkring van de detector, wat de selectiviteit ten goede komt.

Het is de zogenoemde Idzerda-koppeling, alhoewel ik eerder geloof dat de Hr P.Middelraad PCMM daar de hand in heeft gehad, die veel werk verzette voor de heer Idzerda. De Hr Middelraad heb ik persoonlijk gekend, hij werkte toen samen met de heer Tienpond als liftinspecteurs ter jaarlijkse controle van liftinstallaties. Dat was al lang geleden in 1949.

Tijdens een van deze keuringen, zittend aan de koffie in de kantine, vertelde hij mij over het herstellen van radiolampen en zijn ervaringen met radio-ontvangst. Ik heb het idee dat als je als schrijver al snel bekend bent en dat dan ook de uitvindingen of ontwerpen op je naam komen te staan. Bekend is dat de gloeilamp in dezelfde periode door zeker zestig personen is uitgevonden. Wij kennen alleen Edison en enkele weten dat ook Sir Joseph Swan iets met lampen van doen heeft al is het maar de fitting. Bekend is dat Heinrich Göbel al 25 jaar eerder een gloeilamp liet branden. Maar Edison wordt altijd genoemd.

Zo ook bij onze vele radio-ontvangers, die waar over is geschreven het meest bekend zijn onder de naam die de auteurs in hun boeken hebben beschreven. Zoals Corver die over het Radiola-toestel schreef. Dat is in feite een Neutrodyne-ontvanger, een al eerder bekend Frans ontwerp van de firma Lemouzy de Megadyne-radio. Ook Ir. Koomans met zijn veel nagebouwd ontwerp (zie NVHR tijdschrift 4/1995 en 1/2001) dat al eerder in de Haut-Parleur werd beschreven en in Frankrijk bekend staat als de C119 resonnance-ontvanger.

De Ir. Koomans die zich kwaad maakte over Ir. J.Numans, de nog jonge technicus die de eerste Kortegolfzender bouwde waarmee contact werd gemaakt met Indië, vanwege dat hij door de koningin Wilhelmina werd geridderd. Koomans was boos dat hij werd gepasseerd, kwam dat misschien door zijn pro-Duitse houding? In de Tweede Wereldoorlog weigerde zondermeer Ir. J. Numans om voor de Duitsers te werken en werd in de gevangenis gesmeten, in de Palmkazerne in Bussum. In 1944 vond hij daar de dood tijdens een bombardement.

Ik citeer hier Ir. J.N.Vles: “Wat mij steekt is dat Numans vrijwel vergeten in de gevangenis stierf, omdat hij weigerde voor de bezetter research te doen. Terwijl Koomans, die eigenlijk collaborateur was (zie het meesterlijke boek van Knap), altijd juist genoemd en afgebeeld wordt! Ik vind het echt fantastisch dat Numans nu op internet onsterfelijk is geworden”; aldus Ir. J.Vles in het boek Radio Kootwijk (PCG) “Een dorp tussen zand en zenders”. Koomans is direct na de bevrijding door geen van zijn medewerkers meer aangekeken en is direct na de oorlog aan een hartaanval overleden.
Zie hieronder een naschrift van Ir. J.N. Vles.

Al eerder besprak ik de Numans Roosenstein generator, een succesvolle eenlampsontvanger met de dubbelrooster buis A441. Toch is het Koomanstoestel met de buiten op het front geplaatste honingraatspoelen in de schuin naar achteren oplopende kast ook nu nog altijd een graag nagebouwde radio. Alhoewel Ir. Schriere, fabrikant van Ebora-ontvangers, schrijft dat de bij het Koomansschema zo bekende storende hinderlijke genereerneigingen in zijn Capsupra-toestel geheel te onderdrukken zijn door de juiste spoelcombinatie te kiezen van de in serie geschakelde spoelen in het plaatcircuit van de hoogfrequenttriode. De naam van dit toestel is afgeleid van Super Capaciteitsafstemming. Ook hier een wijziging van het standaard schema, waarbij de plaatspanning op het middelpunt van de beide spoelen wordt aangesloten en de tweede afstemcondensator over beide spoelen wordt aangesloten. Met andere woorden de schema’s lijken veel op elkaar in die tijd.

Mijn ouders trouwden begin 1931 en betrokken een woning in de Quellijnstraat 102 in Amsterdam. Een bovenwoning drie hoog achter, een kamer met alkoof en een keuken.
De huisbaas, de heer Helle, had beneden zijn papierhandel en was zo goed ook de gehele zolderverdieping aan de jonggehuwden te verhuren. Mijn vader had gewerkt in die tijd als zetbaas in een ijzerwinkel in de Kinkerstraat, met gevolg dat er rijkelijk veel gereedschap op de zolder was te vinden.

Er werd daar van alles gebouwd en hersteld om wat bij te verdienen. Op de tweede verdieping achter woonde mevrouw Klaver met haar zoon Wim, die dezelfde leeftijd had als mijn vader.
Geregeld kwam Wim bij mijn ouders op visite om te dammen of schaken. Kwam mevrouw ook mee dan werd er gekaart en wel het in heel Amsterdam bekende kaartspel Pandoeren. Op zekere dag kocht Wim een oude radio , een accutoestel met honingraatspoelen dat helaas niet speelde.

Mijn vader werd er bij geroepen en na veel inspanning kwam toch het toestel tot leven. Na eerst een dertig meter dakantenne te hebben aangebracht tegen de bezwaren van duivenmelkers die daar last van hadden. De duiven vlogen tegen de draden en raakten gewond of lagen te zieltogen op het dak. Het gebeurde dan ook dat menige antenne werd doorgeknipt wat tot hevige ruzies leidde die op het dak werden uitgevochten. Waarbij het zelfs wel voorkwam dat de volgende ochtend een complete duiventil beneden in de tuin teruggevonden werd en geschrokken duiven doelloos rond fladderden. Wat weer verdere agressie opwekte.

Het was ook in die tijd een gekkenhuis op de daken waar sommige mensen dachten met emmers op palen vastgemaakt en bevestigd aan schoorstenen op die manier meer signaal te kunnen opvangen. Door ronde balletjes op gepaste afstanden aan de antennedraad te bevestigen was de draad beter zichtbaar voor de vogels.

Deze radio werd het begin van vele die zouden volgen. Want ook thuis moest er nu een radio komen en met aankopen op het Amstelveld van de benodigde tweedehands onderdelen werd eenzelfde soort radio gebouwd, jammer dat bij het aanzetten door een foute aansluiting de drie lampen gelijk stuk waren. Dat was even een dure streep door de rekening. Maar na wat zuinig omspringen met de portemonnee konden toch weer de nodige lampen op de markt gekocht worden.

In augustus 1931 werd ik geboren juist in de tijd dat de omroepen leden probeerden te veroveren door te stunten met zelfbouw radio’s. De VARA die eerst al via de NSF een eenlampstoestel goedkoop tegen afbetaling leverde wat geen succes zou blijken te zin, had nu de firma Nijkerk verzocht een degelijk ontwerp te maken. Sem Nijkerk had zijn zaak in de Warmoesstraat in Amsterdam. Daar werkte ook ingenieur Rodriques de Miranda die een al eerder ontworpen toestel de Polidyne een drielampstoestel waarin de nieuwe schermroosterlamp E442 werd gebruikt, zo eenvoudig wist te aan te passen dat het benodigde draad bijna de helft was dan dat normaal nodig zou zijn. Zelfs de detectorlamp werd op een verhoging geplaatst zodat de roostercondensator zonder bedrading direct aan het spoelblok en buisvoet bevestigd kan worden. Ook de plaataansluiting van de buisvoet is hierbij ook op gelijke hoogte met de daar naast gemonteerde HF-smoorspoel, waarmee ook hier een zeer korte verbinding nodig is. Een uitgekiende schakeling met weinig benodigde onderdelen maar met een verbluffende ontvangstkwaliteit. In een advertentie van de firma Nijkerk werd geschreven dat zelfs een vijftienjarige jongen het kon bouwen. Het toestel werd in drieën gedeeld dat wil zeggen A, de hoogfrequent versterker; B, de detector en C, de eindtrap en indien het wisselspanningontvanger moest worden tevens de voeding. Zij verkochten in hun bedrijf al Splendid en Pilot onderdelen.

Het al te koop zijnde Splendid spoelblok werd nu bij de firma LEKO in Utrecht voorzien van een buisvoet voor de hoogfrequentlamp en een HF-smoorspoel en geheel afgemonteerd rekening houdend met het inwendige schermrooster van de lamp. Daarbij voorzien van de nodige schroefaansluitingen. Op de aluminium afscherming werd met duidelijke letters Varadyne gestanst. Door middel van schroefaansluitingen kon dit aangesloten worden aan de beide afstemcondensatoren, de terugkoppelcondensator en verbonden worden met de detector. De antenne werd verbonden met een kleine regelbare capaciteit om de geluidsterkte te beïnvloeden.

Dit belangrijkste onderdeel de HF unit was te koop voor 18,75 gulden Ter demonstratie had ik een losse Varadyne Splendid HF unit meegenomen met bijbehorende E442 die rondging onder de bezoekers.

Men kon nu goed de beide spoelen bekijken en de onverwoestbare schakelaars. Men hoefde desnoods alleen deze unit aan te schaffen en de rest naar eigen wens maar wel volgens het schema af te bouwen. Een eerder gebouwd toestel kon men dus slopen om daarvan bijvoorbeeld de buisvoeten te gebruiken of wat er nog meer nodig was. Handiger was om alle benodigde onderdelen bij de firma te bestellen. Zonder lampen zat je rond de tachtig gulden. Voor de benodigde lampen kwam daar nog zo’n 50 gulden bovenop. De frontplaat kon ongeboord worden geleverd of voorzien van de juiste boorgaten geschikt voor Pilot-onderdelen en zelfs met een gestanst VARA-embleem. Niet iedereen wilde dat, want stel je bent katholiek maar je wilt toch zo’n goede Varadyne in huis hebben en de pastoor komt zondags onverwachts een praatje maken! Wat dat betreft een handige zet van de firma Nijkerk om de verkoop te vergroten naar ook leden van andere omroepen. Om het bouwen te vergemakkelijken werd er een duidelijk bedradingschema bijgeleverd. Niet iedereen zou goed een principeschema kunnen volgen met gevolg vergissingen tijdens het bedraden.

Trouwens een eenvoudig standaardschema, alleen als bijzonderheid een HF-smoorspoel in de plaatleiding van de hoogfrequent lamp met het daarbij ingebouwde condensatortje van 20 pF dat bekend staat als de Idzerda-schakeling, die wat minder demping geeft op de detectorspoel.

Slechts drie spaghettiweerstanden 225 Ω (kathodeweerstand E442), 750 Ω in de gloeidraadleiding (voor de negatieve roosterspanning van de C443) en 20 kΩ (detectorspanning), handig te monteren en een roostercondensator 200 pF. Met daarbij de lekweerstand van 2 MΩ.

Om ook een magnetische pick-up te kunnen aansluiten had Rodriques de Miranda de kathode van de detectorlamp verbonden met die van de hoogfrequent lamp. De roosterlekweerstand van 2 MΩ wordt nu direct verbonden met de kathodeaansluiting van de detectorlamp. Een pick-up aangesloten tussen het rooster en aarde zorgt er voor dat de triode voldoend negatief krijgt om het laagfrequent signaal onvervormd te versterken. Al spoedig kwamen kennissen vragen aan mijn vader of hij zo’n toestel wilde afmonteren of samenstellen van meegebrachte onderdelen van oude radiotoestellen. Gevolg dat het op een gegeven moment op de zolder een complete radiofabriek werd. Daarbij werd de merknaam JAVS gebruikt.

Mijn moeder werkte overdag bij de TURMAC waar Egyptische sigaretten werden gemaakt, de ovale sigaret met goudkleurig mondstuk met een heel aparte smaak. Zij repareerde daar tevens de machines in geval van storing en zelfs als de lift defect raakte werd dat met hetzelfde gemak door haar hersteld. Mijn moeder was technisch aangelegd en werkte derhalve ook mee en zorgde voor een correcte bedrading. Ikzelf, als baby, mocht vanuit de wieg toekijken. Later bouwde mijn vader ook de kasten voor deze radiotoestellen, alles naar wens van diegene die het toestel had besteld. Als ik zover ben dat ik al kan kruipen, is mijn speelgoed een doos met defecte radio-onderdelen, waar ik volgens mijn ouders erg langdurig mee kon spelen.

Na de uitgebreide lezing werd  de Varadyne gedemonstreerd, een nog origineel exemplaar van lang geleden, vermoedelijk al tachtig jaar oud, dat voor deze gelegenheid was meegenomen. In een eenvoudige JAVS standaard kast met een peinture épaise maar wel handig en goedkoop in elkaar gezet. Slechts drie plaatjes triplex en drie plintlatten van 2,70 meter doorsnede 29 x 9 mm plus een pot beenderlijm en eikenlakbeits. Drie keer dik lakken wat een diepe glans geeft na flink poetsen. De kast heeft geen deksel zoals gewoonlijk , maar een schuifsysteem om het inwendige te bereiken.

Speciaal voor deze lezing een defecte E442 meegenomen om te laten zien wat de bedoeling is van het schermrooster. De ballon is lek waardoor het glas geheel doorzichtig is. Uitgelegd wordt dat de eindbuis, de C443 ook een tweede rooster heeft dat wel zo wordt genoemd in de volksmond maar niet is uitgevoerd is als schermrooster. Op het bord wordt voorgerekend de versterking van een dergelijke buis waarbij capaciteiten tussen stuurrooster en schermrooster en die van het schermrooster en de plaat (anode). een belangrijke rol spelen. De onderlinge versterking wordt met elkaar vermenigvuldigd.

De E442 heeft dan ook een totale versterking van 150 keer. Dat is meer dan twee trioden als hoogfrequentversterker en ook de vervelende terugwerking naar de antenne is door het scherm en de daarvoor op de juiste wijze gebogen metalen spoeldrager van de HF-unit, onmogelijk geworden. De demonstratie verraste alle aanwezigen: al na het aanzetten en even gewacht te hebben tot de lampen opgewarmd waren, klinkt al gelijk zeer luid een zender. We moeten zelfs de antenneregelaar gebruiken om het geluid wat te temperen. Met draaien aan de afstemcondensatoren waren verscheidene andere stations te ontvangen en dat alles op een antenne van anderhalve meter.

Natuurlijk is men benieuwd naar het inwendige en de vraag: “Kan dat open of moet de radio uitgekast worden”. Vanaf de achterkant kan de kast geopend worden door het triplex bovenblad uit de kast te schuiven. “Dat is handig”; hoor ik iemand zeggen! Voor onze zelfbouwers let er op dat de Pilot-schalen zowel in donkerbruin en zwart werden geleverd. Het kleurverschil is moeilijk te zien.

Door toeval heb ik toch redelijk veel informatie gekregen over Rodriques de Miranda, als op zekere dag een man en vrouw bij mij aanbelden, die mij een Ducretet toestel lieten zien, met de vraag: “Hoe sluiten wij dat aan?” Beiden begrijpelijk binnengelaten, terwijl mijn vrouw de koffie ging regelen. Als ik vertel dat het een batterij- ontvanger is waar nog al wat voedingen bij gebruikt moeten worden zijn zij beide duidelijk teleurgesteld. Het toestel gekocht bij een veiling had toch nog al wat geld gekost. Na wat gezellig te hebben gepraat kwam ook mijn verzameling ter sprake en men vroeg waarom juist Lemouzy radio’s mijn voorkeur hadden. Ik vertelde dat mijn ouders vroeger radio’s bouwden en repareerden en vertelde dat ik als enige na hun overlijden een lamp Philips D2 had bewaard en ‘Het Nieuwe Radioboek voor den Handel, Amateur en Luisteraar’ uit 1928. Als kind vond ik daar de advertentie van Lemouzy op bladzijde 177 met de beide afbeeldingen van radio’s zo mooi en jaren later wilde ik graag deze radio’s hebben en heb ze ook eindelijk gevonden. Daarbij pakte ik het boek, bladerde dat door om de advertentie te vinden. Daar kwam ook een artikel voorbij over ‘De Eenknopsontvangers’, geschreven door Ir. J.Rodriques de Miranda, waarop de dame zei: ”Dat is mijn neef !”; “Oh zo’n boek zou ik ook wel willen hebben!” Daar kon ik haar blij mee maken want ik had er twee. Nu werden toch even voor mij interessante herinneringen opgehaald. Een bijzondere dag voor ons beiden want de Ducretet bleef staan na een redelijke betaling en mijn bezoekers blij met het boek.

Na de lezing werd door de aanwezigen het toestel van alle kanten bekeken en werd er nog lang over de Varadyne-ontvanger na gesproken. Gezien de eenvoudige opzet, eenvoudige bediening en constructie toch met een opvallende ontvangstkwaliteit, die kan wedijveren met de toenmalige fabrieksapparaten.

Tekst:  Piet van Schagen, Radiotechnisch Adviseur NVHR, PA3HDY
Foto’s: Klaas Jellema, Zaandam

Op 29 augustus 2014 ontvingen wij onderstaande reactie van Hans Vles:

Met veel belangstelling heb ik de genoemde site bekeken en gelezen maar er zijn wat correcties nodig:

1. In het boek "Tussen zand en zenders" staat niets van mijn hand". Ik heb zelf een boek geschreven over o.a. Koomans en Numans: "Hallo Bandoeng. Nederlandse Radiopioniers 1900-1945." Walburg Pers 2008. zie blz. 159 e.v.

2. Numans heeft in WWII een eigen bureau gehad in Hilversum. Hij heeft daar een zender gebouwd voor het verzet en is ondergedoken. Wat hij eventueel voor de bezetter gemaakt heeft weet ik niet, het kan niets bijzonders zijn. Als er iets makkelijk te saboteren valt is het onderzoek: je kan niemand dwingen creatief en briljant te zijn. Hij is waarschijnlijk verraden en zeker opgepakt en gevangen gezet in de Palmkazerne te Crailo bij Bussum. De RAF heeft de kazerne gebomardeerd op zaterdag 25 november 1944. Hierbij is Numans omgekomen.

3. Toen op 1 juni 1927 uit Indië meteen getelegafeerd werd, dat de telefonieuitzending van Kon. Wilhelmina en kroonprinses Juliana luid en duidelijk was ontvangen in Bandoeng en Batavia en aanleiding was tot grote ontroering, heeft de Koningin meteen tegen Numans gezegd dat hij hiervoor geridderd zou worden. (En ook Philips en Van der Pol werden onderscheiden). Koomans zal wel enorm pissig geweest zijn: Deze Delftse student/stagiair met kandidaatsexamen elektrotechniek geridderd en hij, de briljante hoofdingenieur, te laat en dus niets.

4. Koomans was zonder meer een geniaal ingenieur die heel belangrijk werk heeft gedaan. Hij was zeker veel te Deutschfreundlich en heeft op zijn manier gecollaboreerd in plaats van gesaboteerd. Hij heeft nooit iemand verraden en kneep een oogje dicht als medewerkers iets illegaals deden. Hij doet denken aan ir. Mussert, ook een intelligente man met volkomen verwerpelijke politieke denkbeelden en nog veel fouter dan Koomans. Bij de begrafenis van Koomans waren wel familie en medewerkers aanwezig, maar niemand van de PTT top. Het vellen van een oordeel over het gedrag van Nederlanders tijdens de bezetting is erg moeilijk, je moet dan al heel goed op de hoogte zijn van de omstandigheden.

Met vriendelijke groet, J.N. (Hans) Vles