Hulpschakelingen | ||
| ||
![]() | ||
VAN ALLERHANDE EUVELEN….. | ||
Verzamelaars en reparateurs van oude radio-ontvangers
worden gekweld door vele lastige tekortkomingen in hun toestellen. Van
die vele kwellingen is de koppelcondensator waarschijnlijk de grootste.
Immers, de koppelcondensator die we tussen de anode van een buis en het
stuurrooster van de volgende trap aantreffen moet aan hoge eisen
voldoen. Deze condensator moet het hoogfrequente of laagfrequente
signaal keurig doorgeven van de anode van de voorgaande buis aan het
stuurrooster van de volgende buis, maar moet de hoge gelijkspanning van
de anode volledig blokkeren om de instelling van die volgende trap niet
te verstoren. | ||
| ||
Stel dat op de anode van buis 1 een spanning staat van 200 V. Het
stuurrooster van buis 2 wordt via een roosterlekweerstand van 1 MΩ
op aardpotentiaal gehouden. De kathodeweerstand zorgt voor een negatieve
roosterspanning van enkele volts t.o.v. de kathode. Als we er van
uitgaan, dat de negatieve roosterspanning niet meer dan 1 V mag afwijken
van de door de ontwerper gekozen instelling, hoeveel ‘lek’ kan die
koppelcondensator zich dan permitteren? M.a.w. hoeveel stroom mag er
door de roosterlekweerstand lopen om 1 Volt spanning te laten ontstaan?
U kunt allen de Wet van Ohm toepassen, dus ik geef u gelijk het
antwoord. Een piepklein stroompje van 1 microampère. En dit is al een maximaal toelaatbare lek. Over de koppelcondensator staat een spanning van 200 V. De weerstand van onze marginale koppelcondensator is dus toch nog 200 MΩ. Bovengenoemde stroom- en weerstandswaarden zijn met een eenvoudige universeelmeter niet te meten. Zelfs niet met een dure. Bovendien willen we de koppelcondensator kunnen testen onder bedrijfsomstandigheden, dus als er een hoge spanning overheen staat. Om zo’n meting mogelijk te maken heb ik een condensatortester ontworpen, die aan bovenstaande eisen tegemoet komt. Voor alle duidelijkheid: de te testen condensator moet uit de schakeling worden genomen voor het testen. | ||
| ||
De schakeling bestaat uit twee delen: een voedingsapparaat, dat een
testspanning van 100 en 200 V levert en een OpAmp schakeling, die op
eenvoudige wijze een stroommeter van 1 en 10 microampère volle schaal
tot stand brengt. Hiermee kunnen we dus stroompjes vanaf ongeveer 0,05
µA meten. Het voedingsgedeelte (PSA) zal weinig vragen oproepen. Een
paar tips. Ik heb een oude trafo uit een sloopradio gebruikt.
Omdat een dergelijke trafo is ontworpen voor het voeden van een radio terwijl in onze schakeling haast geen energie wordt afgenomen en omdat onze netspanning in de loop der jaren van 220 V naar 230 V is gegaan loopt u de kans dat alle spanningen aan de hoge kant zijn. Mijn trafo bleek over verschillende aftakkingen aan de primaire zijde te beschikken. Ik heb de 240 V aftakking gebruikt voor aansluiting op het lichtnet. Om diezelfde reden heb ik ook gekozen voor een gelijkrichtbuis i.p.v. twee halfgeleider diodes. Bovendien is een buis beter bestand tegen een kortstondige kortsluiting als het PSA per vergissing wordt kortgesloten. | ||
![]() | ||
De OpAmp heeft een plus- en minvoeding nodig, hetgeen
gemakkelijk te maken is van een ongebruikte 6,3 V wikkeling. De twee
zenerdiodes, met een zenerspanning tussen de 6 en 7 Volt, zorgen voor
een keurig stabiele voeding. Uit het PSA worden via enkele weerstanden
testspanningen van 100 en 200 V gehaald. De weerstand van 13 kΩ
verlaagde in mijn PSA de spanning van 225 V tot de gewenste 200 V. Als de meetbereikweerstanden van 10 kΩ en 1 kΩ nauwkeurig zijn, zal ook het meetbereik van 1 µA goed zijn geijkt. Wantrouwend als ik in dit soort gevallen ben, heb ik 10 weerstanden van 10 megohm in serie aan elkaar gesoldeerd en de afregeling in het 1 µA bereik herhaald. Het klopte precies. Aangezien we het hier, ondanks de eenvoud, toch over een buitengewoon gevoelig meetinstrument hebben, verdient het aanbeveling de bedrading volgens de regels uit te voeren, aardverbindingen naar een centraal punt te leggen, een metalen behuizing te kiezen en het kastje tijdens gebruik te aarden. Als aan deze voorwaarden voldaan is zult u de knop voor de nulinstelling van de meter slechts incidenteel nodig hebben om de nulinstelling een klein beetje te corrigeren. | ||
|