Dit keer een avond waarbij het "wobbelen" aan bod komt.
Een bezigheid, die slechts door twee mensen in het Radiocafé blijkt te
worden beoefend, ik had het zelf overigens ook niet eerder gedaan.
De voor deze gelegenheid door de NVHR ter beschikking
gestelde Grundig meetzender type AS4. Links de knoppen voor het
frequentiebereik en voor het instellen van de "sweep", rechts
de calibratieknop en de uitgangsverzwakker. Onderaan de sweep
ingang/uitgang, de knop voor het instellen van de modulatiesoort en de
h.f. uitgang. Via de schaal in het midden kan de h.f. frequentie
nauwkeurig worden ingesteld
De vraag "wat is
wobbelen" wordt dan ook snel gesteld. In de elektrotechniek wordt hier
een bepaald soort meting onder verstaan waarmee de
doorlaatkarakteristiek van een elektronische schakeling zichtbaar wordt
gemaakt. Bij zo'n meting wordt gebruik gemaakt van een meetzender,
waarvan de frequentie in hetzelfde ritme varieert als de tijdbasis van
een oscilloscoop. Op die manier ontstaat een stilstaand beeld van de
doorlaatkromme van de schakeling.
De gebruikte wobbelopstelling wordt schematisch op het
bord getekend
Wobbelen in 1938, in het midden de Philips GM2881
Frequentie Modulator
Behalve
een radiotoestel of iets dergelijks heb je om te kunnen wobbelen dus een
geschikte meetzender nodig, plus een oscilloscoop. Een klassieke
Philips meettoestel dat al in 1938 voor het wobbelen van
radiotoestellen wordt gebruikt is de Philips Frequentie Modulator type
GM2881. Dit toestel bevat twee mengbuizen type CK2, waarvan de eerste
tevens wordt gebruikt als 4 MHz oscillator. De tweede mengbuis wordt
gebruikt als reactantiebuis, deze staat parallel aan de afstemkring van
de oscillator en zorgt er voor dat de oscillatorfrequentie
FM-gemoduleerd wordt.
De binnenkant van de B&O
Ratiodetector
Bij de GM2881 wordt altijd een
aparte Philips meetzender (b.v. een GM2882) gebruikt waarvan het
signaal wordt toegevoerd aan de eerste mengbuis van de GM2881. Wanneer
de meetzender staat ingesteld op b.v. 4,47 MHz is het uitgangssignaal
van de GM2881 gelijk aan de verschilfrequentie, dus in dit voorbeeld
470 kHz. Het uitgangssignaal is uiteraard ook FM-gemoduleerd en wordt
toegevoerd aan de m.f. versterker van het radiotoestel, terwijl de
Y-ingang van de oscilloscoop wordt verbonden met de uitgang van de
detector.
Links de Grundig meetzender, in het midden het B&O
radiotoestel en rechts de zelfbouw scoop
Een
wobbelopstelling wordt vaak gebruikt bij het afregelen van TV-tuners,
FM-tuners en TV middenfrequent schakelingen, maar kan ook goede
diensten bewijzen bij het afregelen van communicatie ontvangers en FM
ontvangers. Na de theorie is het natuurlijk tijd voor de praktijk. Om
een en ander te demonstreren wordt een opstelling gebruikt met
uitsluitend apparatuur uit de jaren '60. Deze bestaat allereerst uit
een buizen FM radiotoestel van Bang & Olufsen, de Dirigent 610K.
Als meetzender wordt een Grundig AS4 gebruikt, dit is een service
meetzender met wobbelmogelijkheid op 10,7 MHz. Om de verschillende
curves zichtbaar te maken is geheel rechts op de tafel alvast een zelfbouw oscilloscoop klaargezet, eveneens uit de jaren '60.
Hoe werkt de radio detector en hoe sluiten we deze op de
scoop aan
De uitgang van de meetzender wordt nu via een (wit)
snoertje verbonden met de ingang van de m.f. versterker van de B&O,
terwijl een van de diodes van de ratiodetector met een (zwart) snoertje
wordt verbonden met de scoop. Wel via een hoogohmige weerstand, de
detector mag immers niet ontregeld raken door de capaciteit van het
verbindingssnoer. De doorlaatkromme van de m.f. versterker verschijnt
direct op het scherm van de scoop.
Eenvoudige meetopstelling met 2 verbindingsnoertjes, het
witte snoer verbindt de uitgang van de meetzender met de ingang van de
m.f. versterker, het zwarte snoer verbindt de detector met de scoop
Middenfrequent doorlaatkromme
Verbeterde opstelling met 3 verbindingssnoertjes i.p.v.
2
Deze opzet kan echter nog sterk worden verbeterd door
een derde snoertje te gebruiken dat tussen de "sweep" uitgang
van de meetzender en de X-ingang van de scoop wordt gelegd. De
tijdbasis voor de oscilloscoop wordt op deze manier rechtstreeks
geleverd door de meetzender, waardoor een aantal lineariteitsfouten
komen te vervallen en waar het beeld zichtbaar van opknapt.
.
Ratiodetector curve
De volgende stap is het wobbelen van de ratiodetector zelf,
hiervoor wordt de Y-ingang van de scoop verbonden met de uitgang van de
ratiodetector. En na deze handeling verschijnt inderdaad de bekende
S-curve van de FM-detector op het scherm. Uiteraard
wordt gedemonstreerd op welke manier de curve
vervormt bij het draaien aan de spoelkerntjes van de m.f. versterker en
van de detector.
Gyula Kiss demonstreert hier nog een verbeterde
versie van zijn kristalgestuurde 80-meter zender, deze keer voorzien
van een gloeilamp als antenne ballast.
Een gezellige en toch nuttige avond, waarop met relatief eenvoudige
middelen de vaak gestelde vraag "hoe gaat dat nu, dat
wobbelen" afdoende kon worden beantwoord.
John Hupse
|