Verslagen Radiocafé

Verslag 22 september: Wie vond de radar uit?

Ik wil jullie meenemen naar zeg maar een soort ontdekkingsreis, die we mogen maken. Dit naar aanleiding van een honderd jarig jubileum in 2004 van een proef die onder andere in de haven van Rotterdam heeft plaatsgevonden door een Duitser. Ik liep al jaren lang rond met de gedachte: "Daar wil ik een jubileum van maken."

Maar alle mogelijke musea in Duitsland zeiden: “Nou nee, daar hebben we in 1993 al wat aan gedaan op radargebied"; en hadden geen zin. Het Rotterdams scheepvaartmuseum: "Ja prachtig"; en kom je bij de directie dan zeggen ze meteen: "Nee". Kom je bij het gemeentearchief, ook die zeggen: "Prachtig!" Kom je bij de directie: "Nee!"
Nou uiteindelijk kwamen we terecht bij het gemeentearchief in Rotterdam en daar mochten we een maandje wat doen en hebben daar een zogenaamde kubustentoonstelling gehad.

Ik ben begonnen in 2003 met mij een beetje in het onderwerp te interesseren. Als je Hülsmeyer intikt op internet dan vind je honderden hits op zijn naam staan en ik kan je vertellen het grootste gedeelte wat daar verteld wordt, niet alles, maar toch een groot deel is lulkoek! Maar dat wist hij zelf niet en het was niet zo dat hij niet die proeven gedaan had maar zoals het in elkaar zit klopt het niet.

Ik belde een Duitse vriend op, hij is jammer genoeg in juli overleden en ik vroeg hem: "Weet jij niet iemand die mij kan helpen in de buurt van Düsseldorf of Keulen om wat archiefwerk voor mij te doem?" Dat zat gelijk goed, hij woont in Düsseldorf en is bekend met archiefwerk. Ik heb gebeld en binnen veertien dagen was ik in contact met de kleindochter van Hülsmeyer, die nog in het oude huis van Hülsmeyer woont en het archief van haar moeder heeft. Ik was dus nu een stukje op weg. Ik kwam zo al verder dan menig ander.

Een van de grote wonderen is, mag ik wel zeggen, dat haar moeder in 1980 een brief heeft geschreven aan het Patent Ambt in Berlijn, dat is dan niet meer het hoofdpatent want dat zit in München, met de vraag of ze wat gegevens hebben van patenten van haar vader. En wat deed de aardige behandelaar, die stuurde alles wat ze hadden over Hülsmeyers patent aanvragen. Normaal vind je patentaanvragen die zijn verleend, maar de beste man had er ook de patentaanvragen bij die niet verleend waren opgestuurd. Dus kon je zien waar Hülsmeyer mee bezig was geweest.

We gaan nu deze ontdekkingsreis een beetje volgen. Ik kan er bij vertellen dat het geluk ongehoord op mijn pad kwam. Ik ben werkelijk een eind op weg geholpen door een bestuurslid van onze stichting, de heer Arie Keyzer ook lid van onze club en die is begonnen in het archief van de Holland-Amerikalijn en daar hebben we alle documenten boven tafel gekregen. Veel had te lijden gehad van waterschade. We hebben het toch kunnen lezen en reproduceren zodat het weer bruikbaar is.

Ik werd opgebeld, januari 2004, hier door Dick Rollema PA0SE, bij iedereen bekend, en die vroeg mij of ik het goed vond dat een delegatie van de TU-Delft eens langs mochten komen want die wilden er ook wel wat aan doen. Zij zijn langs geweest en hebben materiaal gezien dat was nog maar een schijntje van wat we naderhand vonden maar het was toch meer dan zij hadden. Dus ik werd toegelaten in twee hoofdstukken van hun boekje. Een maand later belde Van Genderen mij op met de vraag of ik er bezwaar tegen had als hij mij in contact zou brengen met een collega uit Frankrijk. Stuur hem maar een e-mailtje, waarop ik er een terug kreeg met de tekst: “Ja, ik zit in Chili op een wandeltocht, maar als ik terugkom bel ik u wel".

In het latere telefoongesprek vraagt hij mij wat de reden is van dit gesprek en ik vertel hem dat ik aanwezig wil zijn op de radarconferentie in het najaar in Toulouse. Hij zegt: "Bent u historicus?" Waarop ik antwoordde: "Nee ik ben geen historicus, maar ik stuur u het nu bestaande manuscript en ik verzoek u het te lezen". Hij zei: "Dat beloof ik."

Na zijn terugkeer kreeg ik toch bericht dat ik was toegelaten. Dit toch wel spannende verhaal werd verder verlucht met foto's en tekeningen.

Maar wie is nu eigenlijk die Christian Hülsmeyer? Het was een Duitse wetenschapper geboren op 25 december 1881 in de Kerstnacht in Eydelstedt, op zich al heel bijzonder. Al op de lagere school blonk hij uit met de lessen, met gevolg dat zijn leraar ervoor zorgde dat hij verder kon studeren in Bremen. Hij was hevig geïnteresseerd in de natuurkunde, met name in de experimenten van Heinrich Hertz met radiogolven. Hij ontwikkelde een theorie dat deze golven door metalen voorwerpen gereflecteerd konden worden. Het was zijn doel om een apparaat te ontwerpen dat door toepassing van deze theorie in staat zou zijn om metalen voorwerpen te detecteren.

In 1902 vertrok hij naar Düsseldorf om daar verder te werken aan zijn theorie en de toepassing ervan. Om zijn plannen te financieren richtte hij met Heinrich Mannheim als geldschieter en partner een bedrijf op: De “Telemobiloskop –Gesellschaft Hülsmeyer und Mannheim”.

De naam Telemobiloscoop was de naam die hij zijn uitvinding had gegeven. Op 30 april 1904 vroeg hij in Duitsland patent aan op een apparaat voor het uitzenden en ontvangen van Hertzgolven, ter indicatie van metalen voorwerpen zoals schepen en treinen in een gemeten rechte lijn van uitzenden van deze golven. We kunnen hier al spreken van radar! Dit werd gevolgd door patentaanvragen in Engeland in juni 1904 en in andere landen van Europa. Het Britse patent werd in het zelfde jaar toegekend.

De eerste demonstratie die Hülsmeyer verzorgde met zijn toestel was op 18 mei 1904. Dat zou gebeurd zijn bij de Hohenzollern Brücke in Köln. Historisch is dat onjuist want het onderzoek van Arthur Bauer wees uit dat de aanvang van de bouw van deze brug in 1907 plaatsvond. Het moet dus een andere brug zijn geweest, vermoedelijk de Rhein-Brücke. Het apparaat was op een der oevers van de rivier geplaatst en er werden daarmee golven uitgezonden over een afstand van drie kilometer in rechte lijn over de rivier. En het werkte!

Telkens als een schip zich in de golfbundel bevond ratelde de bel van de cohererontvanger. Hetgeen bij de aanwezigen bewondering opwekte.

In Rotterdam volgde op 10 juni in hetzelfde jaar een demonstratie. Hetgeen gebeurde tijdens een congres van directeuren van internationale scheepvaartmaatschappijen. Het werd al spoedig duidelijk dat het ook mogelijk moest zijn om afstanden te bepalen. Tijdens de proef, genomen in de tuin waar zich in de golfbaan een deur bevond. Het bleek bij openen en sluiten dat inderdaad de afstand gemeten kon worden. Er werd patent op gevraagd wat Hülsmeyer dan ook werd toegewezen.

Toch ging het op een of andere manier mis. Het was vooral de technisch directeur Dr. Georg Graf von Arco van de op 27 mei 1903 opgerichte firma Telefunken, een naam die al aangeeft dat de reikwijdte van hun vonkzenders zeer ver reikt, die opmerkt dat de apparatuur van Hülsmeyer niet selectief is en over een brede band zijn golven uitzendt en derhalve ongeschikt is voor verdere ontwikkeling. Je kan wel enige selectiviteit bewerkstelligen door de antennelengte aan te passen maar dat is niet effectief.

Het is Von Braun die de gekoppelde kring heeft geïntroduceerd, waar die uiteindelijk ook mee kon afstemmen, waar hij dan ook de Nobelprijs mee heeft gewonnen, die hij samen met Marconi heeft moeten delen. Marconi voor het uitvinden van de draadloze en Von Braun heeft hem gekregen voor de uitvinding van de selectiviteit. Dus deze selectiviteit was een van de kostbaarste bezittingen van die firma's, want communicatie kan niet bestaan zonder selectiviteit.

Ja, heel in het begin toen er nauwelijks radioverkeer was, denk aan de breedbandige vonkzenders, was dat nog niet zo'n bezwaar. Maar later ging dat niet meer. Nu hadden de gedempte golven die door deze vonkbruggen werden opgewekt , een geweldige energieoverdracht van ½ C U² F waarin C hooguit 100 pF is en F de toonfrequentie van bijvoorbeeld 800 hertz (ritme van de interrupter van de inductor). Echter de spanning van een inductor kan wel 200.000 volt bedragen en dat in het kwadraat!! Uitgerekend is dat met deze gegevens 1600 J/s.

Een enorm vermogen waarbij dan ook de opgewekte spanning een belangrijke rol speelt. In zijn zoektocht vervolgde Arthur Bauer in zijn verhaal, dat Christian Hülsmeyer eigenlijk Christel heette maar zijn naam had veranderd, tevens dat hij geen ingenieur was, alhoewel hij zich zo noemde. Altijd wordt er beweerd dat Hülsmeyer bij zijn broer aankwam in Keulen die textielhandelaar was en dat hij niet voldoende geld had, want hij was net getrouwd en had zo'n grote uitvinding gedaan op radargebied dat hij zocht een zakenpartner.

Een verhaal dat je overal leest. Flauwekul!! De enige advertentie die we gevonden hebben zijn deze advertenties, en met de beamer werden deze op het scherm vertoond en die gaven aan hoe de zaken werkelijk zijn verlopen. Zo maakten we een lange tocht door de technische ontwikkelingen en ontwerpen, verlucht met duidelijke beelden op het scherm. Diverse systemen werden er besproken.

Te veel om in dit verslag weer te geven. Maar het was boeiend, spannend en vooral leerzaam. Duidelijk genoeg te bemerken dat hier ontzettend veel onderzoek gedaan is om dit verhaal te complementeren. Er werd ook aandachtig geluisterd in het toch voor het kleine zaaltje grote aantal aanwezigen. Een enkeling die zich jammer genoeg wat rumoerig gedroeg in zijn enthousiasme. Het was een lezing die ik ieder kan aanbevelen, als deze nogmaals gehouden wordt. Natuurlijk na afloop de nodige drankjes en hapjes maar vooral tijd om even na te praten.


Piet van Schagen