Verslagen Radiocafé

Verslag 18 november: belevenissen in Hongarije en middengolf AM-zender

Op het programma dit keer de lezing van Gyula Kiss over zijn belevenissen in Hongarije en zijn middengolf AM-zender om binnenshuis oude radio's van antenne-energie te voorzien.

Echter op zijn verzoek heb ik deze avond geopend met een kort verslag over de Horty radio's die hij al eerder had meegebracht.

Deze drie radio's zijn vergelijkbaar met de DKE38 met dat verschil dat voor de gloeidraadvoeding een autotrafo wordt gebruikt. De Horty's met de prachtige kast waar vooral Duitsers naar op zoek zijn, waren op zijn Hongaars gerestaureerd. Met andere woorden er moest nogal wat aan gebeuren om ze ook echt goed spelend te krijgen. De luidsprekers moesten worden 'reconed', want het door ouderdom verslapte papier van de conus, voorzien van diverse plakkers, was niet meer in staat voor het oor nog enige welgevallige geluiden te produceren.

Echter de grootste fout zat in de herstelde elco's. Het ziet er natuurlijk wel echt uit om de kartonnen kokertjes van de electrolytische condensatoren leeg te halen en er een ander modern print elcootje in te stoppen. Er staat dan wel netjes op gedrukt 4,7 µF bij 350 volt maar er komt meer bij kijken. Zo is bijvoorbeeld de ESR (= inwendige weerstand) te hoog om hoogfrequentstromen door te laten zodat terugkoppelen vrijwel niet meer mogelijk is.

Daarbij een van deze elco's is de buffer die nodige gevraagde energie moet kunnen leveren. Daar de oppervlakte van de anode van de eindbuis al groter is dan de bekleedsels van het print elcootje, begrijpt zelfs een leek dat hier iets niet klopt. Iedereen kan wel 20 kilo tillen, maar niet iedereen draagt het in een keer door naar twee hoog. Deze kunstwerken die met ijzergaren vastgebonden waren op het chassis heb ik er dan ook uitgeknipt, gelijk in de vuilnisbak gekiepert en vervangen door degelijke elco's.

Om de kostbare VY2 te sparen, de buis die erg gevoelig is voor een te hoge laadstroom, wat vooral kan gebeuren als het toestel maanden niet heeft gewerkt, waardoor dan door te totaal lege elco's de laadstroom zo hoog is dat inwendig de verbinding naar de kathode doorbrandt. De VY2 heb ik dan ook overbrugd met een 1N4007 diode. Dan blijft deze buis tenminste heel en zijn waarde behouden! Als dan ook nog de meestal verdwenen condensator van 25 pF tussen de anode en rooster van de eindtetrode, de VCL11, weer was aangebracht kwam de Horty weer tot leven.

Toch was er een koper van een der Horty's die toch liever de oude gevulde kokertjes had gezien. Ik dacht: "Doe dan niets aan een radio en laat het zo als het ooit uit de fabriek kwam en stel niet de eis dat het nog spelen kan."

Al die amputaties en het aanbrengen van protheses dragen er alleen maar aan bij dat je het toestel weer gebruiken kan, maar na één keer proberen rust het jaren uit op een plank en wordt er alleen maar een enkele keer naar gekeken.

Tijd om het woord te geven aan Gyula die, om het voorgaande te verduidelijken, toelichtte hoe het er in Hongarije aan toegaat en dat men daar anders denkt over restaureren dan wij hier in Nederland. Andere onderdelen? Die zie je toch niet als het achterschot er op zit. Het achterschot niet origineel? U kijkt toch niet naar de achterkant van de radio! Het is even wennen, met een opmerking van Guyla dat het bij ons wel héél erg origineel moet gebeuren en zelfs toen een origineel klinknageltje werd gevraagd om een typeplaatje te bevestigen van een bepaald merk radio, stond men wel verbaasd met de gedachte: "Dat doe je toch met twee spijkertjes!"

Andere knoppen, luidsprekerdoek en gelijmde bakelieten kasten geen bezwaar als er maar op een of andere manier geluid uit komt. Men heeft daar iets andere ideeën over bepaalde zaken en dat vind je terug in de radio's op de ruilbeurs in Boedapest.

Dit keer moeilijk om aan Horty radio's te komen, ten eerste de prijs die nog altijd maar stijgt en de kwaliteit. Inwendig is wel niet zo belangrijk. Een hopeloos uitziend binnenwerk kan zondermeer vervangen worden door dat van een DKE38. Mocht de steeds zeldzamer wordende VCL11 niet te verkrijgen zijn, dan kan men eventueel met een UCL11 en UY92 (zie foto) er ook nog wel iets moois van te maken. Wel er rekening mee houden dat de gloeistroom twee keer zo veel is als van de VCL11 en VY2 en ook het gloeistroom transformatortje vervangen moet worden door één die ruim 100 mA kan leveren.

Voor reconen van de luidsprekers is er, zoals bekend, het adres in Alkmaar.

Echter de kast met zijn bijzondere vormgeving is veelal beschadigd, of is zichtbaar weer met de brokstukken samen gevoegd, waarbij niet zo nauwlettend te werk is gegaan en de naden overduidelijk zichtbaar zijn. Met een viool wordt daar zorgvuldiger mee omgesprongen. Jammer, want juist deze leuke kast daar gaat het om bij de serieuze verzamelaars.

Het is dan ook moeilijk een om een gave kast te vinden, niet alleen waar geen stukken uitgebroken zijn maar ook vrij van kleine haarscheurtjes die tijdens het persen van de kast ontstaan kunnen zijn.

De reis, veertien uur onafgebroken doorrijden met de auto en wetende ook dat eind weer terug te moeten, was dit keer, wat onderdelen betreft, geen groot succes. Wel veel leuke contacten met verzamelaars en als trofee een Vatea dubbelrooster lampje uit 1924. Welke heel voorzichtig was verpakt en in een metalen busje was meegenomen na eerdere ervaring met een Philips stationsschaal, die onderweg in de volgepakte auto het niet had overleefd. Gelukkig konden we aan een halve schaal zien hoe prachtig deze was nagemaakt, werkelijk niet van echt te onderscheiden. Eén exemplaar is niet goedkoop maar de daarop volgende bestellingen kosten iets meer dan tien Euro per stuk.

Een leuk verhaal om naar te luisteren, maar iedereen zat toch te popelen om de zender in werking te zien. Het zou toch even wachten worden, want er werd een moment pauze genomen en Dick Zijlmans zorgde weer voor de bekende plateaus met kaas en worst. Niet vergetend de ruime keus uit diverse frisdranken.

Op de oproep om ook zelf een draagbaar radiootje mee te nemen had alleen John, onze voorzitter, gehoor aan gegeven en ikzelf met een oude batterijradio uit 1950 met een raamantennetje in het deksel. De bekende VIDOR “My lady Catherine” ( terug te vinden op de NVHR site , in de artikelen reeks Spreekuur Technische Commissie. Artikel “De omvormer- Le convertisseur”.)

Gelukkig kon ook het statige Philips radiocafé toestel gebruikt worden om te uitzending te ontvangen. Natuurlijk moesten we wat geduld opbrengen want eerst werd het schema besproken. De moeilijkheid met Heising-modulatie vanwege de modulatietrafo die in een klein formaat niet te verwezenlijken is. Het werd dus toch basismodulatie direct in de oscillator. De hierbij ontstane 500 Hz frequentiezwaai bleek niet hinderlijk te zijn. Wat een microfoon is voor een geluidsinstallatie is een antenne voor een zender. Zonder juiste aanpassing is de elektromagnetische uitstraling nihil.

Er moet dus een goede schakeling gevonden worden om de juiste aanpassing te vinden en de modulatie niet te hinderen. Daar komt toch wel wat rekenwerk aan te pas en terwijl Gyula op het bord schrijft, kijkt hij even om met de woorden: “Ik doe net als Piet met delta's”. En driehoeken verschijnen in de rij van getallen en symbolen. Uit de oplossing blijkt toch dat de juiste verhouding is gevonden. Een verlengspoel met slechts een drie meter lange antenne. Het grootste deel van het vermogen verdwijnt in deze spoel die om de modulatie niet te beïnvloeden met dun draad is gewikkeld. Het afregelen gebeurt met een losse afstembare kring met parallel en het felst oplicht als de antenne het maximale vermogen levert door het verdraaien van de kern van de verlengspoel. Het maakt niet uit waar je de losse kring bij de draad houdt, want met zo'n korte antenne zit je altijd bij een spanningsbuik. We moesten wel even in het donker zitten om het ledje te zien oplichten.

Gemoduleerd met een cd, waarop Hongaarse muziek, werd dit signaal uitgezonden en was onvervormd te ontvangen op de meegebrachte radio's en de Philips radio van het café. Met 28 mW genoeg vermogen om binnenshuis de radio's te voorzien van antenne-energie en te weinig voor hinderlijke uitstraling die anderen zouden kunnen storen. Werkelijk een succesvolle zender, die eerdaags in zelfbouw vorm te verkrijgen zal zijn.

Piet van Schagen.