Verslagen Radiocafé

Verslag 4 november: De zwevingsoscillator van GMR 1922

Al bij het opstellen van de benodigde apparaten, bedenk ik mij hoe ik over dit onderwerp een avondvullend voordracht kan houden. Maar vaak krijg ik mijn inspiratie vanuit het zaaltje en kom ik zelfs meestal tijd te kort.

Ook nu al bij de eerste vraag waarom zijn het toch altijd Franse toestellen die ik meeneem naar het café. Dat is natuurlijk niet helemaal waar want al eerder nam ik de Numans-Roosenstein generator mee welke ook gebruikt kan worden als zwevingsoscillator. Het verslag van die avond is te vinden op de website van Claud Wendrich.

Overigens ben ik van mening van wat wij hier in Nederland vroeger aan toestellen bouwden meestal werd afgekeken uit het buitenland. Wat onze amateurs betreft zijn het in de beginjaren van de omroep veelal Koomans schema's. Deze toestellen werden vaak in eenvoudig samen gestelde eikenhouten kasten geplaatst.

Overigens is het niet vreemd dat ik mij het liefst bezighoud met Franse ontwerpen en toestellen. Wat ik hier vind is meestal al uitgebreid beschreven in Franse boeken. Zo heeft het Koomans schema duidelijke overeenkomsten met de eerder verschenen beschrijvingen van de Franse C119. Het beschreven neutrodyne toestel in deel twee van Corver, in het eerste hoofdstuk, is de Megadyne van Lemouzy uit 1925, het krijgt dan de naam het Radiola-schema. Aardig bedacht natuurlijk, maar toch!

Maar laat ik niet afdwalen naar zaken die weinig met de hier te behandelen radiotechniek te maken hebben. In de beginjaren was de TSF in Frankrijk het gesprek van de dag en net zoals we nu vele bladen over internet en computers kunnen kopen, kon men bij de kiosk een supplement kopen bij de krant of het tijdschrift, voor 20 centimes, geheel geweid aan de opkomende radiotechniek. Speciaal voor deze avond had ik er een paar meegenomen en uitgedeeld.

De naar het radiocafé meegebrachte GMR-heterodyne (oscillator) uit 1922 is een vrij zeldzaam exemplaar, dergelijke apparaten zijn moeilijk te vinden. Deze is dan ook lang op vakantie geweest in Moulins in Zuid-Frankrijk, om gefotografeerd te worden voor het boek “TSF antique”, samengesteld door Camel Belhagéne. Een prachtig boek met veel afbeeldingen van oude radio's. Voor diegenen die in oude Franse radio's zijn geïnteresseerd een aanrader dit aan te schaffen.

Voor de demonstratie had ik ook meegebracht een Pericaud glijspoelontvanger uit dezelfde tijd met als opmerkelijk onderdeel een condensatorafstemming, uitgevoerd middels twee koperen pijpen die over elkaar heen geschoven kunnen worden. Vergelijkbaar met de afregelcondensatoren die we in het klein terug kunnen vinden onder het chassis van bijvoorbeeld de Philips Lentebode.
Daarbij de Pival hoofdtelefoon, die we vaker aantreffen op oude foto's van vroeger. Ik heb ook gedemonstreerd hoe deze op het hoofd gedragen moet worden. Meestal wordt dat verkeerd gedaan. Een van de banden komt namelijk op het voorhoofd. Een afbeelding is te zien in het RHT van 2/2000 op bladzijde 40.

Om de demonstratie op een originele wijze te laten verlopen en niet gebruik te maken van het lichtnet, dat men vroeger in vele gevallen thuis in die jaren nog niet had, is gebruik gemaakt van een 12 volts accu met een LM317 omvormer naar 4 volt en de benodigde 80 volt door de ook al in het spreekuur beschreven omvormer /convertiseur, de bekende blokkeeroscillator, ook te vinden in de NVHR-site. Die lange tijd heel succesvol al door veel leden is nagebouwd, totdat Gyula Kiss kwam met zijn kleine en goedwerkende step-up omvormer die bij dezelfde spanningsafgifte twee keer zoveel stroom kan leveren. Maar die werkt dan ook op 9 à 12 volt en niet op een gewone platte zaklantaarnbatterij. Hetgeen natuurlijk veel verklaart.

Er hoort een TM-lamp op de GMR geplaatst te worden, maar voor de demonstratie leek het mij beter daarvoor een A410 te gebruiken die vrijwel dezelfde eigenschappen heeft. De vraag blijft natuurlijk, waarvoor dient zo'n zwevingsoscillator? Met het gebruik van vonkzenders werden signalen de lucht ingestuurd die telkens uitslingerden, gedempte golftreintjes die met een kristalontvanger hoorbaar waren. Met de komst van de lampzender worden stukjes draaggolf uitgezonden in het ritme van de morsetekens. Dat heeft geen modulatie en afgestemd is misschien wat geruis te horen, maar meer niet.

Door nu een hulpgenerator te gebruiken die instraalt op de ontvangspoel en in frequentie instelbaar is, zodat je deze in een frequentie die 800 à 1000 Hz afwijkt van de ontvangstfrequentie kan afstellen, dan hoor je deze verschilfrequentie telkens als het ontvangstsignaal doorkomt.

Deze zwevingsoscillator is voorzien van een roosterstroommeter zodat gecontroleerd kan worden dat de heterodyne werkt. Om de juiste frequentie vast te stellen werd tijdens deze caféavond een moderne frequentiemeter gebruikt. De verwisselbare oscillatorspoel bevindt zich opzij zodat het toestel tegen de glijspoel aangeschoven kan worden. Nu valt er in de caféruimte vrijwel geen radiosignaal te ontvangen dat sterk genoeg is voor een glijspoelontvanger.

Ed Plevier kwam op het idee de Philips hoogfrequentgenerator ongemoduleerd aan te sluiten en zo kon toch de werking beluisterd worden. Verdraaien van de condensator van het zwevingstoestel liet horen de toonverschillen bij veranderende frequentie. Iedereen moest nu natuurlijk even luisteren en de hoofdtelefoon opzetten, natuurlijk zoals voorgedaan. Veel bewondering voor het luxe kastje van de GMR, dat prachtig is afgewerkt. De bekende warme gele kleur die verkregen wordt door het perenboomhout na het glad schuren in te wrijven met geel krijt en daarna te lakken.

Elk koperen houtschroefje van het bovenblad en dat zijn er twaalf, zijn op gelijke hoogte met het hout ingedraaid en het geheel is dan ook vlak. De ouderwetse meter met een volle uitslag van 3 mA is van een bijzondere kwaliteit en een afwerking zoals je dat nog zelden ziet. Het kleine apparaat waarvan het schema wel heel eenvoudig is, had veel bekijks.

Ik liet nog zien dat bij gebruik van een A409 de roosterstroom veel hoger is en met een B406 ging de wijzer de hoek in. Het voordeel is dat een dergelijk heterodyne ook te gebruiken is om buizen te testen. In gewone buizen- of lampentesters meet je de elektronenstroom en bij de iets betere kan zelfs steilheid gemeten worden. Dat kan goed uitvallen, maar werkt deze ook in een bepaalde schakeling? Met het testen van een lamp in de e kan je dus bepalen of de lamp goed is. Er zijn buizentesters die volgens dit principe werken, maar die kom je weinig tegen.

In de eerste heterodyne-ontvangers, die meestal uit losse onderdelen werden samengesteld, werd deze GMR-heterodyne ook gebruikt en is op veel oude afbeeldingen terug te vinden. Bij deze frequentiewisselaars is de verschilfrequentie die men dan gebruikte veel groter dan die werd opgewekt bij het gebruik als zwevingsoscillator. De middenfrequentversterker waarvoor toen eigenlijk de langegolfafstemming werd gebruikt is dan rond de 60 kHz.

Op de afbeelding uit het boek van Hèrmardinquer uit 1925 is te zien de samenstelling van zo'n vroege heterodyne-ontvanger. In het blad Le Magazine Radio-électricité in mei 1921 werd vermeld dat Lucien Levy het super-heterodyne patent had verkregen. Levy is vooral bekend van zijn bedrijf Compagnie les etablissements Radio LL wat voor onze leden geen onbekende firma zal zijn.

Piet van Schagen.