Verslagen Radiocafé

12 maart 2019: Poignée en schommels

Tijdens het speelkwartier op de lagere school viel het mij al op, dat twee gelijke schommels naast elkaar, wie er ook op zat en met welke kracht er ook werd geprobeerd zo hoog mogelijk te komen, de heen en weer beweging in dezelfde tijd werd afgelegd. Thuisgekomen vond ik in het boek Hemel en Aarde van Flammarion beschreven dat de aantrekkingskracht op aarde niet overal gelijk is. De aarde is aan de polen afgeplat en daar 21 km dichter bij het middelpunt van de aarde dan de evenaar.

Daarbij de draaiing van de aarde zorgt voor een middelpunt vliegende kracht die de zwaartekracht tegenwerkt. Een secondenslinger (Friese klok waarvan de slinger lengte 1 meter bedraagt) zal dan ook bij de evenaar langzamer heen en weer gaan dan in Nederland. Een slinger op een willekeurige plaats op aarde aan het slingeren gebracht, blijft voortdurend in hetzelfde vlak slingeren. Daar de aarde om een as wentelt en dus ook de waarnemer deelneemt aan die wentelende beweging, schijnt zich voor hem ook het slingervlak te verplaatsen. Deze proef werd voor het eerst genomen in het Pantheon in Parijs in 1851 door Foucault.

slingerformule

We kennen de bekende formule, waarbij slechts de lengte van de slinger bepalend is voor de heen en weer beweging. De zwaartekracht G = 9,812. Als de lengte van de slinger 1 meter is en we delen dat door G dan wordt dat 1 : 9.814  = 0,1019.  De wortel hieruit is 0,319 vermenigvuldigd met Pi krijgen we 3,14 x 0,319 = 1 sec. De heen en weer gaande beweging duurt dus precies 1 seconde.

Voor een volledige rondgaande beweging (oscilleren) moet er met 2 Pi, vermenigvuldigd worden. Elk lichaam weegt aan de evenaar door de niet geheel ronde vorm van de aarde minder dan aan de polen. Een Friese seconden klok met haar meter lange slinger zal op de evenaar langzamer slingeren en achterlopen.

Een en ander is al 3000 jaar voor onze jaartelling bedacht in Babylonië door geleerden zittend voor hun tent in de hete woestijn lurkend aan een waterpijp. Een steen aan een touw, dat men liet heen en weer slingeren, waarbij men opmerkte dat de slingertijd hetzelfde bleef als de slingerweg groter of kleiner werd. Langdurig ernaar kijken kon ook slaapwekkend zijn en iemand In trance doen raken. Op een kleitablet werden met een kraspen aantekeningen gemaakt, enkele kleitabletten werden gebakken om te bewaren. Soms vinden we deze bij opgravingen terug en kunnen wij dat nu lezen. De Phoeniciërs waren in die tijd al heel ver met hun kennis.

Al heel lang geleden viel het mijn moeder al op dat ik als baby in de box veel aandacht bestede aan de zes gekleurde balletjes aan een horizontaal metalen staafje van mijn box. Ik schoof ze heen en weer soms drie aan een kant en drie er tegenover. Later leer je dat het zes balletjes zijn en al snel kon ik tellen tot 10. Ook leerde ik de waarde van de getallen kennen. Acht is vier keer zoveel als twee. Maar als er 28 staat dan is de 2 in waarde groter dan de 8 en wel twee en een half keer zoveel. Wonderlijk eigenlijk, het had weinig met de tafels te maken die wij er op school in moesten stampen, maar voor mij de mogelijkheid sneller te kunnen rekenen.

Waarom deze inleiding? Omdat ook een spoel en condensator gezien kunnen worden als een slingerkring. De parallelschakeling is wat begrijpelijker dan de serieschakeling alhoewel deze laatste gebruikt voor antenne-afstemming. Als de uiteinden met elkaar verbonden zijn door de condensator, gevormd door de antenne en tegenoverliggende aarde en in serie gezien met de aanwezige condensator, samen toch weer zorgen voor een parallelschakeling. Een geladen condensator ontlaadt zich over de spoel die op haar beurt deze lading weer terug slingert vanaf het tegenoverliggend bekleedsel van de condensator. Wel met verlies zodat de slingering tijdens de beweging afneemt.

Echter door middel van een oscillator telkens aan een zijde een zet te geven net als bij een schommel kunnen we de beweging gaande houden. Willen we de kring gebruiken om energie aan een antenne af te dragen dan moet de gegeven zet wel erg groot zijn. Dat doen we door een flinke zendbuis voor te schakelen die op haar rooster wordt aangestuurd door de oscillator. Zendamateurs noemen dit de master oscillator MO die de grotere zendbuis aan stuurt. De spoel wordt in de anodeleiding van de zendbuis opgenomen. Wordt hier direct de antenne op aangesloten dan moet een serie condensator ervoor zorgen dat er geen hoge gelijkspanning op de antenne komt te staan. Niet iedereen loopt over het dak, maar je weet maar nooit.

Het wordt tijd om mij voor te bereiden voor de lezing. Meegebracht het chassis van de Philipsradio FX603/05. Waarmee niet alleen radiosignalen ontvangen kunnen worden maar ook na een kleine ingreep berichten verstuurd kunnen worden. Zowel morse door het wel of niet onderbreken van de kathodestroom van de ECH41 in het meegenomen proeftoestel en telefonie middels de PU-ingang waarbij de uitgangstrafo de rol vervult van modulatietrafo.

Terwijl ik alles klaarzet en ook het schoolbord plaats, voor mij handiger dan een beamer waarbij iedereen in het duister zit en je als spreker nauwelijks contact hebt met de aanwezigen. Ondertussen stromen de bezoekers binnen. Meer dan gewoonlijk want er moeten behoorlijk wat stoelen bij gehaald worden om ieder een zitplaats te bieden. Altijd prettig een behoorlijk gevulde zaal te hebben. Een lezing goed voor te bereiden kost een hoop tijd, als er dan maar een paar mensen komen opdagen werkt dat niet erg mee om er een leuke avond van te maken. Ook de penningmeester krijgt het dan moeilijk met het betalen van de zaalhuur.

De formules die door zendamateurs worden gebruikt zijn veelal gebaseerd op Engelse maten en ook nog in het zestallig stelsel. Trouwens let maar eens op gewoonlijk is vrijwel alles veelal deelbaar door zes. Maar ook de klok, het horloge, de keukenweegschaal de 180 graden van een cirkel enzovoort. Loop eens rond in een supermarkt en je zal zien dat alle verpakkingen 6-12- 24 -144 vullingen bevatten. In de handel en techniek is het altijd de zes die we tegen komen. Vermoedelijk uit de oudheid afkomstig door met één hand te tellen. In het Frans kent men de uitdrukking Poignëe, wat zoiets betekent als een handje vol. Met de rekenmachine werken we met het aan / uit systeem het tweetallig stelsel dat in de machine wordt omgezet in het achttallig stelsel en dat wij weer met het tientallig stelsel met de vingers op het toetsenbord bewerken om de uitkomst van een berekening te kunnen zien op het scherm. Op het bord heb ik dan ook uitvoerig getekend hoe een en ander werkt en begrijpelijk gemaakt.



De benodigde spoel is gewikkeld op en kartonnen koker met een doorsnede van 18 mm, gewikkeld met 35 wdg  geïsoleerd koperdraad van 0,8 mm en heeft gemeten een waarde van 9,5 µH. Met een variabele condensator van 50 pF kunnen we de kring instellen op 7 MHz, De spoel is rechtstreeks aangesloten op de anode van de mengbuis die die nu de functie van zendbuis vervuld en de andere aansluiting op de anode van de EL41. Enige aanwezige zendamateurs merken op, dat het beter zou zijn de spoel als Pi-filter aan te sluiten. Maar dat betekent een extra parallel voeding en nog een tweede variabele afstemming. De opzet is juist zo simpel mogelijk om ontdekking door de Duitse bezetter te voorkomen. Een en ander zal in het RHT 169 beschreven worden.

Menigeen zal denken dat ik in mijn jeugdjaren mij zou vermaken met radio- en versterkertechniek. Ik zag al genoeg radio thuis om mij heen. Nee ik was meer geïnteresseerd in natuurkunde en het doen van chemische proeven.  Medeleerlingen op school vonden het maar raar dat ik geen zin had in voetballen en ook niet in gymnastiek op school. Dat laatste weigerde ik gewoon. Flauwekul een zwaantje maken in de ringen of bokspringen met de kans een doodsmak te maken.

Een jongen pochte dat hij heel goed met een bal kon omgaan en zelfs waarschijnlijk bij Ajax in het jeugdelftal mocht mee spelen. Als zou ik het willen, ik mocht niet eens op straat meevoetballen van hem. Thuis had ik nog een mooie 10 inch rubberen bal. Nieuw, werd nooit gebruikt wat begrijpelijk zal zijn. Die ballen zijn opgepompt middels een rubber ventiel. Met een speciale naald moet daar lucht in geblazen worden. Dat gebeurde in de fabriek want later zelf was haast niet mogelijk. Tocht lukte het mij om met een injectiespuit door het ventiel er 100 cc water in te spuiten. Als er weer voor onze deur wordt gebald ga ik met de bal naar buiten en leg hem in onze voortuintje. Als onze bekende schoolvoetballer voorbij komt lopen roep ik hem “Zeg is deze bal soms van jou?“. Hij kijkt en liegt er op los als hij ja zegt, zeker gisteren vergeten. Hij pakt de bal en geeft hem gelijk een loei richting een verderop staand kunstmatig doel van een paar schooltassen. Halverwege in de lucht wil de watervulling door toedoen van het effect dat gegeven is aan de bal een andere richting nemen en tot zijn verwondering ziet hij de bal een scherpe afwijking maken naar links en gelijk door het raam bij de daar wonende buren met hevig glasgerinkel naar binnen vliegen. Toevallig bij mensen die al geregeld klagen over het voetballen waarbij de voortuintjes het vaak moeten ontgelden. Die buurman kwam kwaad naar buiten rennen en heeft dat voetbal joch behoorlijk onder handen genomen. Na afloop zei ik nog tegen hem: “Ik dacht je zo goed kon voetballen op school had je ook al een onvoldoende voor een lullig taallesje!“ Ik denk niet dat het Ajax is geworden.

Het is 1943 als ik naar de MULO ga. Geadviseerd door onze meester op de lagere school was de HBS beter, maar dat betekende elke dag met de pont naar de stad, Amsterdam – Noord was alleen bereikbaar met de IJ-pont of iets verder weg de pont bij de Meeuwenlaan. Het is nog altijd oorlog en niet altijd varen de ponten met dezelfde regelmaat. Dat is geen doen daarom werd voor deze school gekozen. Nu kreeg ik daar ook natuurkunde en heb daar voor dat vak de gehele schooltijd een hoog cijfer op mijn rapport gehad. Met taal ging dat wat moeilijker.

Op 14 augustus 1943 kreeg ik voor mijn verjaardag het boek van dr. H. Römp, 'Scheikundige proeven die slagen'. Wonderlijk dat Duitsers dat niet hadden verboden, want er stond ook in beschreven hoe bommen gemaakt konden worden en ontstekers om trotyl te kunnen gebruiken met een voorlading. Echter de volgende avond werd onverwacht door Duitsers met hulp van Landwachten (foute Nederlanders die heulden met de vijand, die slechts hagelgeweren mochten gebruiken, de straat afgezet met twee legervrachtwagens.

Er werd op onze deur geramd en ik hoorde even later lawaai beneden. Het was een uur of negen en ik lag al in bed. Er stormden mensen de trap op en de slaapkamerdeur zwaaide open. Een Duitse officier stond naast mijn bed en keek rond. Mijn jongere broer bleef volgens mij door slapen. Voor ik het wist liep hij weer naar beneden. Later hoorde ik van mijn vader dat de officier rond had gekeken en op de overloop radiomateriaal zag staan. Mijn vader zei dat te bewaren als de oorlog over zou zijn en er dan weer vraag naar zou zijn. De officier vond het stom en zei: “Mach das Chaos trotzdem Sauber! Wenn die leute von unten das sehen, werden Sie auf der Stelle erschieszen. Ich will es gar nicht wissen!”; en hij haastte zich de trap af.

Weer beneden gekomen zei hij tegen de landwachten, die er ondertussen een rotzooitje van hadden gemaakt in de kamer: “Oben ist alles in ordnung”.  Mijn moeder was volkomen overstuur. Buiten werden nog aanwezigen Joden uit hun huizen gehaald om afgevoerd te worden. Er werden dwingende commando’s geschreeuwd. Naast ons waar de Waarheid werd gestencild werd ook de Joodse vriendin van Willem de drukker van het illegale blad meegesleurd naar buiten, waarop Wim met een pistool op de Landwacht schoot. Hij vluchtte zelf de achterdeur uit, sprong over het tuinhek en werd daar neergemaaid met een automatisch wapen.

Een Landwacht die ook over het hek sprong kwam met één been in een houten ton terecht die vol stond met water en viel daarmee languit in onze tuin. Wij gebruikten die ton om bonen of kool in te bewaren er werd dan een kei op gezet om de zaak aan te drukken. Werd vroeger veel gedaan. Om de duigen vochtig te houden stond deze nu vol met water. We waren verraden, echter door wie daar zijn we nooit achter gekomen.

Het liep nog goed af want in mijn kamer lag een FN-pistool echter onbruikbaar bij mijn speelgoed om binnenshuis mee te spelen Gekocht bij onze oud ijzer en voddenboer die wekelijks even langskwam en vaak zaken meenam die mijn vader kon gebruiken. Dat pistool moest ik van mijn moeder de volgende dag ongezien in het Noord-Hollandsch kanaal gooien. Stel dat ze dat gevonden hadden. De ellende was niet overzien geweest!

Laat in de nacht werd door het verzet de drukkerij leeggehaald en naar een adres gebracht in de Vogelbuurt. Dat moest vlug gebeuren want de volgende dag kon het gebeuren dat de NSB’er, de Verhuizer Puls met zijn grote verhuiswagen, in opdracht van de bezetter het huis zou komen leeghalen. Hetgeen hij ook deed bij woningen van weg gevoerde joodse gezinnen.

Het verzet ging door met de Duitsers dwars zitten. Het plan werd op gevat om de Electrozuur fabriek aan de Distekweg buiten werking te zetten. Daar werd carbid en zuurstof geproduceerd om te kunnen lassen en veel andere bedrijven zouden hiermee dan behoorlijke problemen met hun werk krijgen. De bedoeling was om de drie grote voedingstransformatoren onder het gebouw in een betonnen bunker op te blazen. Er was al door het verzet een datum vastgesteld maar dat bleek ongunstig te zijn wegens onderhoudswerkzaamheden. Het moest een week eerder gebeuren en wel op 7 april 1944.

Er was nog te weinig trotyl voorhanden en ook de tijdontstekers, de gebruikelijke tijdpotloden, kwam men te kort. Toch besloot men om een poging te wagen met wat voorhanden was. Het is niet zo eenvoudig om het trotyl tot ontploffing te brengen. Er moet een voorlading geplaatst worden en dan het slagkoord. Daar direct een lucifer bijhouden zou onverstandig zijn. Het slagkoord is niet lang genoeg om snel te kunnen weg lopen. Er moet dus een vertraging aan gebracht worden. Dat gebeurt met tijdpotloden.

Te vergelijken met de loop van pistool waarvan de veer gespannen staat en wordt vastgehouden door een draadje. Daarboven een tinnen smalle tube met sterk zuur. Als de tube stukgeknepen wordt dan zal het draadje door dat zuur langzaam oplossen en op een gegeven moment de veer loslaten en de slagpen in een slaghoedje met knalkwik Hg(OCN)2 schieten. De vlam ontsteekt dan het slagkoord (de lont). Op deze potloden staat de vertragingstijd vermeld. Zonder deze potloden werd het lastig het karwei uit te voeren. Mijn vriend zijn vader zat ook in het verzet complot en dacht dat wij misschien een noodoplossing konden verzinnen. Van een luciferdoosje gebruikten wij het schuifdoosje vulden dat met een mengsel kaliumchloraat en zwavel in gelijke delen een weinig vermengd met aluminiumpoeder. Het doosje afplakt met een stukje perkament. Als men daar een druppel salpeterzuur op laat vallen dan zal dat langzaam door het perkament heen branden en zorgen voor de ontbranding van het mengsel in het doosje. In de tuin deden we daar proeven mee om de tijd vast te stellen. Levensgevaarlijk want een te grote scheut salpeter zorgt gelijk voor een ontbranding. Maar in geval van nood…

Gelukkig werden er bijtijds enige tijdpotloden gevonden. De drie aanwezigen werknemers waaronder de vader van mijn vriendje, die na werktijd daar bleven om de boel te bewaken waren op de hoogte en lieten zich gewillig vastbinden en werden op een veilige plek in de fabriek gebracht. De explosieven werden aangebracht en de tinnenbuisjes boven in de tijdpotloden werden stuk geknepen. Na enkele minuten klonken de explosies. Het was niet zo ver van onze woning en wij die op de hoogte waren konden die avond de enorme ontploffingen horen en begrepen dat de klus was geklaard.

Het boek had ik mee gebracht en al snel bleek dat het door enkele aanwezigen gelijk werd herkend en zelf ook daar vroeger allerlei experimenten hadden uitgevoerd. Zoals het maken van een raketwagentje. Er werd nog lang gesproken over dat boek dat dan ook rondging onder de bezoekers.

Goed beschouwd is een ontvanger met al zijn afgestemde kringen te vergelijken met een speeltuin waar veel schommels staan. Niet allemaal met dezelfde lengte touwen of kettingen, maar wel verwant aan elkaar. Mochten op alle schommels een compleet koor zitten die zingen dan willen we dat graag horen. Om de knal van trotyl te horen moeten we deze explosieve stof detoneren. Om de zang van het koor te horen moeten we detecteren. Gelijkrichting waarbij we de laatste schommel in één richting tegen gehouden wordt.

Piet van Schagen, radiohistoricus.