Verslagen Radiocafé

29 september 2015: Time on my Hands

Deze eerste avond op de nieuwe locatie in Zaandam: Stichting Wijksteunpunt,  A.G. Verbeekstraat 35. Een mooie nette locatie, het parkeren is wat moeilijker maar er is altijd wel een plaatsje te vinden.

Dit keer niet direct een lezing over radio, maar over grammofoonplaten uit 1930, vandaar de titel van de lezing ‘Time on my Hands’. Ter demonstratie komen er ook nog twee simpele middengolfzendertjes aan bod, dus toch nog een weinig radio-elektronica.

De grammofoonplaat, met de door Vincent Youmans gecomponeerde muziek in 1930, getiteld ‘Time on my Hands’ heeft voor mij een bijzondere betekenis.

Wij woonden in Amsterdam in de wijk de Pijp, driehoog achter in de Quellijnstraat. Mijn vader werkte daar veel op de zolder aan radio-apparaten. Als klein kind van vier jaar was ik de zoldertrap opgeklommen, wat niet mocht. Ik werd dan ook direct weer teruggestuurd door mijn vader. Dat ging mis want ik stapte in het trapgat en rolde naar beneden, onder de leuning door van de volgende trap, naar de lagere verdieping waar ik, volgens overlevering, terecht ben gekomen in een geopende vuilnisemmer op de tweede verdieping.

De buurvrouw had deze juist geopend om daar koffiedik in te legen. Ik schreeuwde de buurt bij elkaar en was met geen mogelijkheid tot bedaren te brengen. Ten einde raad haalde mijn vader een koffergrammofoon van de zolder en de eerste de beste plaat die hij zag liggen.

Een kartonnen 'Hit Of The Week'-plaat met het nummer ‘Time on my Hands’. Bij de eerste tonen was ik gelijk stil en luisterde aandachtig naar de muziek. De complete uitvoering van de muziek was gelijk voor vast in mijn hersenen opgeslagen.

Eenmaal weer thuis in de woonkamer kon ik het zelfs  spelen op een mondorgel. Tenminste een goede luisteraar zou met enige inspanning uit de stortvloed van klanken opmerken dat dit verdacht veel lijkt op ‘Time on my Hands’. Later als ik ook werkelijk, na een grondige muziekopleiding, ging optreden heb ik tot nu toe altijd dit nummer in mijn repertoire gehouden.

Jaren geleden vertelde ik dat verhaal in het toenmalige winkeltje van de heer Derogee in Haarlem, die gelijk naar zijn voorraadkast liep en de plaat met dat nummer aan mij ter geschenk gaf. Ik was bijzonder verrast en nog altijd wordt deze plaat zuinig door mij bewaard!

Het is een Durium plaat. Waarbij gebruik is gemaakt van de uitvinding van professor Hal. T. Beans, hoogleraar scheikunde aan de Columbia University, en Joseph Railly. Zij zochten al jarenlang in hun laboratorium naar een hars die flexibel is, snel verhard en een extreme treksterkte bezit. Dit door hun genoemde Durium-hars was tevens geurloos en bestand tegen hitte. Het is een acetaat, Resorcinol Formaldehyde Hars. Het werd gebruikt aan het eind van de Eerste Wereldoorlog als een waterdichte lak die op niet-metalen delen van vliegtuigen werd gespoten, die veelal in die tijd waren voorzien van linnen bekleedsels.

Vanwege deze eigenschappen werd deze hars gebruikt voor een duurzame laag op de kartonnen basis van de Durium platen. Deze werden eenzijdig daarmee voorzien met gevolg dat de platen enigszins krom trokken. Middels een meestal rubberen klem werd de plaat op de spindel van de grammofoon vastgedrukt. De eerste plaat verscheen in 1930 onder de naam 'Hit Of The Week' omdat ze wekelijks op donderdag werden uitgebracht, en waren te koop in tijdschriften en kranten kiosken voor ongeveer 15 dollarcent. Deze platen werden niet geperst zoals de bekende schellak platen, maar gedrukt als een krant met 12 à 15 stuks tegelijk en later rond uitgesneden. Met dit systeem konden 100 stuks tegen één schellakplaat geproduceerd worden. Het zijn 78-toerenplaten met dezelfde 10 inch diameter. De productie was uitzonderlijk groot, wel zeker 500.000 platen in een druk.

De Durium studio was gevestigd in het Mc Craw Hill Building 42nd street. Problemen waren er al snel over auteursrechten, Daar men voorhield dat hier sprake was van drukwerk en niet met het persen van platen. De rechter besliste anders, wat in 1932, tijdens de crisisjaren, mede de oorzaak was van het einde van dit product. De platen kunnen goed afgespeeld worden op een moderne pick-up, geschikt voor 78-toerenplaten. Veel over deze Durium platen is te vinden op internet.

Voor de demonstratie had ik een Triotrack platenspeler meegenomen en een Radione R2 (radiocaféverslag 30 juni 2009), die een pick-upingang heeft en een triode balansuitgang. Tevens twee middengolfzendertjes, vrij eenvoudig en goed te gebruiken. Een, met een als triode geschakeld tv-buisje, PF86 als oscillator en een klein apparaatje met een BC141 compleet met een raamantennetje. Weinig vermogen. Maar we moeten er op letten dat het voor binnenshuis bedoeld is. Om deze te moduleren gebruikte ik een Olympus Pearlcorder S701 geen hoogstaande kwaliteit met 2,4 cm/sec bandsnelheid.

Om wat geschikte muziek op het bandje te zetten heb ik gebruik gemaakt van een Hammondorgel dat hier naast mijn computer staat in het kantoor. Begrijpelijk gespeeld het nummer “Time on my Hands” en nog enkele bekende evergreens uit die tijd. Zoals “As times goes by” uit de film Casablanca, dat wij, Geert Paulides en ikzelf, in onze BTTF-voordrachten gebruikten als openingsnummer, als er een piano stond op de locatie.

Ik had een twintigtal 'Hit Of The Week'-platen meegenomen om onder de aanwezigen rond te laten gaan en ook de plaat met de uitvoering ‘Time of my Hands’. Deze laatste heb ik afgespeeld op de meegebrachte platenspeler. Vroeger moest een speciale naald gebruikt worden maar met onze moderne elementen met saffiernaalden zijn ze heel goed te beluisteren Toch nog een prima kwaliteit!! Deze kartonnen Durium platen hebben ook het voordeel ten opzichte van de normale schellakplaten wat betreft het gewicht.

Iemand die op stap gaat met mooi weer en zijn koffergrammofoon meeneemt en tien schellak platen, die samen twee kilo wegen, meesjouwt zou met twintig Durium platen, omdat deze eenzijdig gedrukt zijn, slechts 540 gram mee te dragen hebben.



De meeste aandacht trokken toch de twee meegebrachte zendertjes. Een ingebouwd in een houten sigarendoosje van 11 x 12 x 2,5 cm. Waarin gebruik wordt gemaakt van een transistor, type BC141, gevoed door een 9 volts batterij. Het is een spanningsgestuurde oscillator-VCO, een type FM-zender bekend van een eerder in vroegere jaren vaak gebouwde ‘poor mans’ baby-phone.

Er wordt in dit ontwerp gebruik gemaakt van een kleine raamantenne van 24 wdg, gewikkeld om het houten inwendige chassis. De basis van de BC141 is middels een C van 470 pF, effectief geaard voor HF en de transistor gedraagt zich als een gemeenschappelijke basisversterker en die is niet inverterent! Dien tengevolge levert de kleine collector-emitter-condensator van 20 pF een positieve terugkoppeling en gaat de zaak oscilleren.

Het regelbare frequentiebereik van deze zender is 1,7 MHz, tot 0,76 MHz, dat is 176 meter tot 392 meter en dat betekent dat we in de middengolfband zitten. Dus in feite niet zozeer geschikt voor FM op de middengolf, vanwege de forse frequentiezwaai, maar het zendertje laat zich toch redelijk moduleren. De ontvangst van het gemoduleerde FM-signaal is namelijk te ontvangen op een AM-ontvanger door iets naast de draaggolffrequentie af te stemmen. We noemen dit zijbanddetectie, en zo is er toch een vergelijkbare AM-ontvangst.

De zenders in de Eerste Wereldoorlog moduleerden ook het laagfrequentsignaal middels een koolmicrofoon in serie met de oscillatorspoel. Het voordeel is, dat er geen groot vermogen laagfrequent signaal nodig is om te moduleren. Het komt dus op hetzelfde neer als dit kleine zendertje, verstopt in een sigarendoosje.

Ook hier wordt het laagfrequent audiosignaal direct toegevoerd aan de basis van de transistor. Dat het desondanks goed werkt was tijdens de demonstratie te horen door het te moduleren met het recordertje, waarop nogmaals te horen het eerder besproken nummer uit 1931, nu op het Hammondorgel. Het is aan te bevelen een extra HF-smoorspoeltje aan te brengen in serie met de batterij van 9 Volt. Op de foto is dat duidelijk zichtbaar, ongeveer 30 à 40 windingen 0,15 geïsoleerd koperdraad, gewikkeld om een weerstand van minstens 10 kOhm. Duidelijk zichtbaar op de foto. De condensator van 47000 pF is voldoende voor de HF-kringstroom.

De andere zender, gebouwd op een Amroh uniframe chassis, is een eenvoudige ECO-oscillator, met gebruik van een als triode geschakelde PF86. Voor meer vermogen kan men zonder wijziging in het schema ook een EL84, EL34, 807 gebruiken en indien nodig zelfs een 813 met deze laatste buis geniet de hele buurt ook van uw muziekprogramma.

Deze schakeling is niet vrij van harmonischen, dus het is raadzaam een wat lager vermogen te produceren. Let er op dat voor deze schakeling een aangepaste antenne gebruikt moet worden om optimaal resultaat te behalen. Het leuke van deze schakeling is dat als we de lekweerstand vergroten naar 1 MOhm en de spanning van het schermrooster regelbaar maken en ontkoppellen met een C van 0,1 uF, dat we dan een goed werkende ontvanger hebben. Met enige inspanning is een zend-ontvanger te verwezenlijken.

Een belangrijk onderdeel is de spoel, deze is gewikkeld op een kartonnen koker met een diameter van 30 mm met 0,6 geïsoleerd koperdraad. In drie secties van 29, 12 en 9 windingen, doorlopend gewikkeld. Op de foto zijn twee kleine spaties te zien, dit is om de afgaande draden gemakkelijker te kunnen aansluiten. Voor het berekenen van de spoel mogen we voor de totale wikkellengte deze open ruimten niet mee tellen!

De gegevens zijn een spoel van 50 wdg, een wikkellengte van 25 mm en de straal van de doorsnede van de koker waarbij 2A is 30 mm en de straal is dan 15 mm. Het leek ons aardig de veel gebruikte vuistregels te gebruiken om te zien of de uitkomsten goed met elkaar overeenkomen. Deze zijn samengesteld uit ingewikkelde formules, waarbij Engelse maten worden gebruikt. Vandaar de vaak wonderlijk getallen die nauwelijks te achterhalen zijn. Van de door zendamateurs drie veel gebruikte vuistregels om spoelen samen te stellen hebben we op het bord uitgerekend.

Alle drie bleken op dezelfde uitkomst uit te komen. Ik heb wel eens het idee dat de vreselijke ingewikkelde formules en berekeningen die men in boeken tegenkomt er toe dienen om de amateur te ontmoedigen. Niet dat het helpt, gezien dat aan de technische ontwikkeling van de radio veelal juist de amateurs de grootste bijdrage leveren. Zoals daar is de VERON Vereniging voor Experimenteel Radio Onderzoek.



Op het bord de drie berekeningen uitgaande van een ontvangstfrequentie van 1 MHz (300 meter), blijkt dat de uitkomst uitkomt op 56 mH, 50 windingen en een zendfrequentie van 315 meter. In de tweede berekening gaat men uit van de diameter van een octal buisvoet (1, 1/8 Inch = 29 mm). Deze buisvoeten die ooit deel uitmaakten van de lamp die gesneuveld is, werden gebruikt om verwisselbare spoelen te maken. Is terug te vinden in de lezing van Chris Siecker op 23 sept 2014.

In de verslagen zijn slechts de hoofdpunten besproken op een avondvullende lezing. Voor degene die het hele verhaal wil horen is het handiger om deze avonden te bezoeken als de mogelijkheid daarvoor aanwezig is. Voor informatie kan men terecht bij Klaas Jellema.

Piet van Schagen, Rt PA3HDY

Originele opname 'Hit Of The Week' op Durium plaat van 'Time on my Hands' (YouTube)
Enkele andere uitvoeringen van 'Time on my Hands':
'Time on my Hands', door Leo Reisman and his Orchestra, Lee Wiley vocal (YouTube)
'Time on my Hands', door Smith Ballew & His Orch. (YouTube)
'Time on my Hands', door Artie Shaw (YouTube)
'Time on my Hands', door Bratislava Hot Serenaders (YouTube)