Verslagen Radiocafé

Verslag van 7 mei 2013: De Elgrafoon

Het is in het weekblad 4 januari 1929 van Radio Expres waarin de NV Nederlandsche seintoestellen Fabriek in Hilversum, een grote advertentie heeft geplaatst over een grammofoon die met een elektromotor wordt aangedreven.

De elektrische weergave van grammofoonplaten maakte in die tijd een geweldige opgang. Mogelijk door het vervangen van de weergever van de nog middels veerwerk aangedreven draaitafels en te kunnen voorzien van een elektromagnetische weergever.

Men heeft deze weergevers uitgevoerd met een kort pijpje met de gangbare doorsnede van ¾ inch (19 mm), zodat verwisselen hiervan geen problemen oplevert. Philips heeft hiervoor het type 4005 ontwikkeld. Een elektromagnetisch element met een impedantie van 15 kohm en een bereik van 40 tot 2500 hertz. Beide op onderstaande foto afgebeelde weergevers waaronder links de elektro magnetische Philips 4005 en rechts de mechanische Odeon Grand, wegen even zwaar namelijk 140 gram. Het is daarom aan te raden om 78 toeren platen te gebruiken uit de twintiger jaren en niet de latere moderne persingen. Meestal kan het element met een naalddruk van ruim 150 gram (anderhalf ons) de dan mindere diepe groef bij zware passages van lage tonen niet goed volgen en springt er uit.

Begrijpelijk dat men ook de veermotor wilde vervangen door een elektromotor.Het moet dan geen borstelmotor zijn vanwege de storing die door de vonkende koolborstels op de collector worden veroorzaakt. Het is Dr Max Levy in Berlijn die een motoren fabriek heeft, waar men een kooiankermotor gebruikt voor de Elgraphone.

Een motor die in eerste instantie is ontwikkeld voor ventilatoren, bedrijfsnaaimachines, enzovoort, apparaten waarvoor slechts kleine vermogens nodig zijn.
Het is een 50 watt (7/100 PK ) motor. De uitdrukking PK is een oude eenheid van arbeidsvermogen waarvan het gebruik sinds 1978 na de invoering van het SI-stelsel is afgeschaft. Het is de door James Watt bedachte eenheid rond 1770 om het vermogen uit te drukken. Hierbij uitgaande van een stapvoets lopend trekpaard dat een gewicht van 150 kilo (33000 foot-pounds) in een minuut 30 meter op kan hijsen.

Toch hier vermeld, omdat we met een motor te doen hebben uit 1929, het is een één-fase asynchrone motor met een kooirotor. Dat is een rotor voorzien van koperen staven die aan de uiteinden zijn verbonden met koperen ringen en daarmee kortgesloten zijn. De wisselstroom in de statorspoelen veroorzaakt een magnetisch veld, dat elke periode van richting verandert en dan 180 graden draait. Dit magnetisch veld kan ontbonden worden in twee draaivelden van gelijke grootte die met gelijke snelheid tegen elkaar indraaien. De twee draaivelden wekken in de rotorstaven een inductiestroom op. Er ontstaan twee koppels die elkaar tegen werken. De motor zal dus niet uit zichzelf gaan draaien. De motor kan vanuit stilstand, als deze wordt aangeslingerd, zowel linksom als rechtsom gaan lopen. Bij oude wasmachines werd dat wel toegepast waarbij de huisvrouw aan een groot wiel de juiste zet moest geven om de motor aan het draaien te krijgen.
Om de motor vanzelf te laten aanlopen is een hulpwikkeling nodig die 90 graden verschoven is ten opzichte van de hoofdwikkeling. Deze heeft minder wikkelingen dan de hoofdwikkeling. Hierdoor ontstaat er een naijlend wisselveld waardoor er een draaiveld wordt opgewekt. Eenmaal op toeren kan deze hulpwikkeling uitgeschakeld worden. Dat gebeurt meestal met een centrifugaal schakelaar of men gebruikt een seriecondensator.

Gezien de constructie, lijkt mij dat voor de Elgraphone motor een spleetpoolmotor is gebruikt. Hierbij zijn de statorpolen voorzien van een of twee dikke koperen kortsluitwikkelingen, welke in een gedeelte van de poolkernen zijn geplaatst in de richting zoals we wensen dat deze zal aanlopen. Het aanloopkoppel is niet sterk maar heeft wel een vast liggende draairichting. Wat voor onze draaitafel gewenst is. Daar komt nog als voordeel bij, dat de kooiankermotor behoort tot de elektrische apparaten waarnaar men praktisch geen omkijken heeft. De motor heeft bronzen lagers en is volkomen geruisloos en niet te horen als deze loopt. Moet wel af en toe gesmeerd worden met wat olie. De snelheid van een tweepolige motor is gelijk aan de netfrequentie van 50 hertz en dat komt neer op 50 omwentelingen per seconden = 3000 toeren per minuut. Bij de hier gebruikte vierpolige motor maakt deze per periode een halve omwenteling en dat is 25 omwentelingen per seconde = 1500 toeren per minuut. De motoras heeft een middenlijn van 1 cm en het plateau heeft een middellijn van 20 cm. Dat is een vertraging van 20 :1 en het plateau maakt dus 75 toeren. We moeten rekening houden dat dit type motor een slip heeft van ongeveer 2%. Echter op de motoras is een verstelbare ring gemonteerd waarmee de aandrijfsnaar op de enigszins conische motor as verschoven kan worden en zo de juiste snelheid ingesteld kan worden.

Dit kan middels een klein los meedraaiend wieltje, op de verstelbare ring, dat men tijdens het draaien zowel iets omhoog of omlaag kan bewegen, waardoor de aandrijfsnaar over een andere diameter van de aandrijfas loopt. Een systeem dat ook al in die tijd bekend was bij draaibanken om de snelheid te regelen.  Er is een variatie mogelijk van ongeveer 70 tot 85 omwentelingen per minuut. Handig is hierbij om de juiste snaar te gebruiken en niet een te dun rubber snaartje. Ook een elastisch rubber verstoort de snelheid waarbij sterke passages het plateau kan afremmen en kan gaan vibreren. Met een te dunne snaar is ook niet de snelheid te regelen.

Belangrijk is deze regeling om de juiste frequenties weer te geven en te zorgen dat de plaat op de juiste snelheid draait. Niet iedereen heeft een getraind gehoor zoals de meeste musici of zelfs een absoluut gehoor, dat zijn mensen die de noten van meerdere gelijktijdig ingedrukte toetsen van een piano kunnen opnoemen. Begrijpelijk zijn er ook mensen met geen muzikaal gehoor en zelfs die absoluut geen gehoor hebben…
Maar we kunnen aannemen dat men toch wel hoort of een stem te hoog of te laag klinkt van een bekende zangeres of zanger.

Eventueel is aan te raden een daarvoor gebruikelijke stroboscoop te gebruiken die op de plaat gelegd wordt. Let op, deze werkt alleen het best bij het licht van oude gloeilampen en dus niet op led-licht. Het is een ronde schijf die op het plateau wordt gelegd, op de buiten rand voorzien van 78 zwarte streepjes die als de juiste snelheid is ingesteld voor het oog stil staan onder invloed van de 50 hertz lichtfrequentie. Op de hierboven getoonde schijf staat duidelijk te lezen dat deze niet werkt bij daglicht en bij lampen die branden op gelijkstroom.

De Elgrafoon is niet alleen geschikt voor de Philips opnemer maar ook voor andere merken, de naald afstand kan op de juiste afstand geplaatst worden door de armlengte iets te verlengen of te verkorten. De arm kan tevens gedeeltelijk omhoog geklapt worden om de naald of plaat te verwisselen. De machine is ook voorzien van een automatische afslag zodat niet na het einde van de groef de naald slingerend over het etiket blijft draaien.
Wat toch zonde is van vaak het mooie plaatje en tekst dat bekrast achter blijft.
Natuurlijk zijn er altijd wel kleine problemen en een daarvan is het vrij kleine plateau en de gebruikte wat gladde bekleding. Dat kan oorzaak zijn dat de grammofoonplaat gaat slippen bij sterke passages in de muziek. De Dr Max Levy Elgraphone is een prima elektrisch aangedreven grammofoon.

Het is de NSF die de verkoop in Nederland vertegenwoordigt en op de machine is het merkplaatje van Max Levy vervangen door een van de NSF.

Er wordt door NSF de Philips weergever 4005 gebruikt. Nu zijn de meeste toestellen uit die tijd wel voorzien van een sterkteregelaar maar in de meeste gevallen werkt deze in het hoogfrequent deel. De pick-up aansluiting is daarbij direct verbonden met het laagfrequent deel van de radio en is niet regelbaar. Er moet dus tussen de grammofoon en radio een extra volumeregelaar worden gebruikt.

Ook daar is in voorzien en hiervoor wordt de Philips volumeregelaar 4040 gebruikt.

De schakeling is die, welke ook in de Philips versterker 2781 wordt gebruikt.

De acht weerstanden, gemeten met een AVO-meter type 16, zijn als volgt: 1000 ohm, 1500 ohm, 2000 ohm, 3000 ohm, 5000 ohm , 7000 ohm, 11000 ohm en 17500 ohm. Deze zijn met een stappenschakelaar regelbaar. Het totaal is dan uiteindelijk 48 kohm.
Iemand merkte op dat het een logaritmische volumeregelaar lijkt. Zo kan je dat wel beoordelen, de spanning over de weerstanden zijn met de schakelaar in acht stappen van gemiddeld 4 dB te regelen om het gewenste volume in te stellen. Het werd zo langzamerhand tijd om deze grammofoon te demonstreren.

Er is geen oude radio met een luidspreker mee genomen, maar een Philips Signaaltracer GM7628/01. Deze heeft geen toonregeling. Maar stel dat ik bijvoorbeeld een 2514 mee had genomen, met een schaalluidspreker, dan had ik hooguit een Philips toonstekker type 4004, waarin over de pennen inwendig een weerstand van 10 kohm in serie met een condensator van 10000 pF is geschakeld, kunnen gebruiken. Waarmee wat hoge frequenties onderdrukt worden. Dus deze Philips Signaaltracer is toch wat handiger om mee te nemen en zelfs de geluidskwaliteit zal beter zijn ook zonder toonregeling.

Om geheel in stijl van die tijd te blijven, is de plaat die ik als eerste liet horen een opname uit 1932 van Lucienne Boyer “Speak to me of love” op label Columbia D8673B, Matrijs nummer WL2177-1. Beter bekend onder de Franse titel Parlez-moi d´amour (gegevens uit het boek ‘Handbuch der Schellackplatte’).

Kritisch werd er door de aanwezigen naar geluisterd, de kwaliteit is begrijpelijk niet vergelijkbaar met onze moderne afspeelapparatuur maar het klonk toch vrij redelijk. Af en toe een lichte slip op het plateau of door de snaaroverbrenging echter niet storend. Voor een ruim 90 jarige draaitafel toch een verrassend goed geluid. Wel opvallend dat een van de aanwezigen, Wouter Blom, direct de stem van Lucienne Boyer herkende. Reden om ook de andere zijde te laten horen met het prachtige opname “Dans la fumée“.

Het viel mij op dat er tijdens het draaien van de plaat goed werd geluisterd en niet werd gesproken. De nog in vrijwel nieuw staat verkerende zware machine van 5,8 kilo trok dan ook alle aandacht van de bezoekers en werd van alle kanten bekeken. Ook de automatische afslag werkt voortreffelijk en is goed en eenvoudig instelbaar. De prijs van 94 gulden die men voor deze goed lopende machine moest betalen in 1929, was niet goedkoop. Er werd nog lang nagepraat over deze ouderwetse grammofoon uit een ver verleden.

Piet van Schagen TC- NVHR