Verslagen Radiocafé

Verslag 10 januari 2012: "Comment cela Lemouzy"

Een van de eerste toestellen die ik kocht was een Habana radio.
Volgens de verkoper van het tweedehandswinkeltje was dat gebruikt voor een film over de eerste wereldoorlog. Ik nam dat maar met een korreltje zout.

Voor mij een totaal onbekend merk waar ik wel wat meer over wilde weten. Ik belde daarom Sjaak van Seyen die bekend staat als een groot kenner van Franse radiotoestellen. Maar ook hij kon mij daar niets over vertellen. Wel vroeg hij of ik ook Ducretet verzamelde. Ik zei dat het merk mij wel ergens bekend voorkwam maar het zeker niet verzamelde. “Ach dat is mooi”; kreeg ik als antwoord: “Welk merk verzamelt u? Want als we allemaal het zelfde gaan verzamelen wordt de spoeling dun.” Ik dacht even na en herinnerde mij de advertentie van Lemouzy in het boek “Voor de handel, amateur en luisteraar“ dat van mijn vader was geweest .

Afbeeldingen van toestellen die ik als kind al zo mooi vond, maar nog nimmer had gezien bij ons thuis in de radiowerkplaats. Daarom riep ik dan ook door de telefoon. “Lemouzy.” Het werd verder nog een lang gesprek.

Begin 1984 kwam ik in het bezit van mijn eerste Lemouzy toestel. Het was de heer Dodewaard die voor mij nog een bijna compleet chassis had staan zonder kast dat ik wel mocht overnemen voor een geschikte prijs. Ik ben direct naar zijn huis gereden waar ik hartelijk werd ontvangen. Het bleek een in slechte staat verkerend apparaat te zijn dat zijn laatste jaren volgens mij in een paardenstal had doorgebracht. Er  moest dan ook veel aan gebeuren om dat ooit weer aan de praat te krijgen. Maar er werd ook niet al te veel voor gevraagd. Ik was er toch erg blij mee, in gedachten zag het toestel al geheel gerestaureerd in mijn kamer staan. Gelukkig dat ik Frans studeerde bij Helene een Française in Alkmaar, want ik moest veel oude Franse boeken en tijdschriften door spitten om aan alle gegevens te komen. Het is mij gelukt en het staat ook beschreven in het RHT van Mei 1985: “Changeur de frequence à 6 lampes”

Een paar weken na het bezoek aan de heer Dodewaard kreeg ik te horen dat de voorzitter de heer Donselaar een Lemouzy Megadyne had mee genomen uit Frankrijk, gekocht in Riquewihr. Eindelijk voor mij de kans om dat toestel van de advertentie nu in het echt te kunnen zien. Ik mocht langskomen in Nieuwegein. Daar kreeg ik het rariteitenkabinet te zien, zo noemde hij de ruimte waar veel voor mij onbekende toestellen waren opgesteld. 

Op een tafel stond de Megadyne die zoals de heer Donselaar vertelde voorzien was van twee nieuwe laagfrequent transformatoren en nu weer perfect werkte. Heel voorzichtig vroeg ik,  of ik er in mocht kijken. Dat mocht , vier lampen en wat onderdelen. Een platte zaklantaarn batterij voor het negatief. Ook op de zelfde tafel een wat wonderlijk uitziend toestel waar nog al wat aan gerommeld was. Tenminste in het ebonieten bovendek zaten diverse gaten. Het bleek een Engels toestel te zijn uit 1920 dat in Utrecht was omgebouwd met honingraatspoelen. Dat moest dus weer in de oorspronkelijke staat teruggebracht worden. Door een nieuwe plaat eboniet aan te brengen. Ik zei dat het dan wel moeilijk zal zijn de juiste gaten te boren. De heer Donselaar lachte en zei: “Dat is niet zo moeilijk met het gebruik van wat boren kan ik meten wat de metrische gaten zijn, die moet ik dus overslaan.”  Ik vond dat een opmerkelijk goede oplossing. Je moet er maar op komen.

Opvallend ook de geweldige kennis van de radiotechniek met open oren luisterde ik naar wat er allemaal verteld werd, het was dan ook voor mij een leerzame middag. Eenmaal boven in de grote huiskamer maakte ik kennis met zijn vrouw Ineke. Zij wees mij een stoel, maar ik bleef even staan om naar een klein klavierinstrument te kijken. “ Speelt u daarop?”; vroeg ik. Zij antwoordde dat het er stond voor de aardigheid dat er snaren gebroken waren en het niet op stemming meer was.

"Ach, zo’n oud Virginaal is natuurlijk leuk". Zij vroeg waarom ik het zo noemde. “Vroeger”; zo vertelde ik haar: “Was het in gegoede kringen de gewoonte dat de meisjes of handwerkten of een instrument leerden bespelen. De meisjes waren nog maagd, tenminste daar ging men van uit en zo’n speeltafel waar zij op speelden heette dan ook een Virginaal.” Ineke zei gelijk: “Kijk daar staat een vleugelpiano, daar speel ik op.” Een wat grappig bedoelde opmerking, maar de heer des huizes zag ik de wenkbrauwen fronsen. Voor ik het wist zat ik zelf aan de vleugel en zij zong daarbij. Gelukkig dat er muziek op de standaard stond want het was voor mij een onbekend liturgisch stuk, maar het was niet zo moeilijk. Het klonk zelfs erg goed.

Er werd uiteindelijk meer over muziek gesproken dan over radio. Nadat zij hoorde over onze muziekwinkel spraken wij af dat ik nog eens langs zou komen met een paar gitaren om er dan een uit te zoeken om te kopen. Het werd weer tijd om op huis aan te gaan, “Après vous”; zei ze: “Je eerste Franse woordjes want hoort bij een Lemouzy.”  Ik draaide mij om met de woorden: “Remercie pour l’après-midi agréable, mais les dames précèdent “. Ach zei ze nu verwonderd: “Je spreekt Frans”  “Nou ja, volgens mijn lerares als een Russische taxichauffeur in Parijs”; zei ik met een glimlach.
Zo kwam het dat ik daar meerdere malen ben geweest, met gitaren om er een uit te zoeken en zelfs heeft zij omdat ze een zangkoortje dirigeerde en er vaak geen piano stond een accordeon gekocht.

Dat laatste vond de heer Donselaar een vreselijk instrument, maar het kan zijn dat hij dat meer zei om mij te plagen.
Tijdens een telefoon gesprek heb ik haar gevraagd om haar man onder het ontbijt eens voorzichtig te vragen of hij mij de Lemouzy zou willen verkopen. Later hoorde ik van haar dat hij dat zeker niet van plan was.
In juni 1985 kreeg ik bericht dat de heer Donselaar was overleden. Ineke vertelde mij later, dat Rien thuis gekomen uit Parijs waar hij werkzaam was bij een bedrijf voor kernfusie-onderzoek de F.O.M. dat zij beiden ‘s avonds laat nog gezellig in de tuin hadden gezeten met een drankje en plaatjes gedraaid . Zelfs nog gesproken over mijn artikel in het RHT van mei 1985 over de Lemouzy die geheel gerestaureerd was. Ik neem aan dat hij het blad had meegenomen naar zijn werk. De volgende ochtend overleed hij onverwacht. Een droevig verlies voor het gezin en ook de NVHR verloor hiermee een geweldige bekwame voorzitter.

Enige weken na de begrafenis belde zij mij met de mededeling dat ik de Lemouzy kon ophalen. Ik ben er dan ook weer direct heen gereden en trof daar ook Eduard Wessels die diverse zaken volgens mij regelde. In een boek had de heer Donselaar opgeschreven wat de toestellen hem hadden gekost. Voor het aangegeven bedrag kon ik het toestel dan ook meenemen.
Ook een kartonnen doos met losse onderdelen van een half gesloopt toestel kreeg ik er extra bij zonder kast met de woorden, “De Lemouzy van de heer Dodewaard heb je kunnen terugbrengen in de oude staat, misschien lukt het je hier ook mee, het is volgens Eduard iets van Ducretet”.

De luxe Lemouzy Megadyne staat sindsdien nog altijd zoals meegenomen boven op mijn bureau. Opvallend de goede langegolf ontvangst op een tien meter lange buitenantenne.

Joseph Lemouzy is geboren op 29 mei 1899. Al op 13 jarige leeftijd was hij na het lezen van een artikel in Sciens et la Vie over de ontvangst van radiosignalen middels een kristalontvanger enthousiast geraakt.

Zijn eerste experimentele bouwsels realiseerde hij in een kelder van 9 vierkante meter van het flatgebouw waar zijn ouders woonden. Hij wist de signalen van de Eiffeltoren te ontvangen met een op het dak geplaatste langdraadantenne. Echter in 1914 was het oorlog en ten strengste verboden om militaire berichten te onderscheppen. De boel werd onmiddellijk in beslag genomen en de antenne moest afgebroken worden. Juist deze antenne had de politie opmerkzaam gemaakt en dus doen ingrijpen. Maar twee etmalen later had hij alweer een lengte geïsoleerd draad om een houten sigaren kistje gewonden en met een kristaldetector een hoofdtelefoon verbonden. Nu geen opzichtige dakantenne maar de zinken dakgoot als antenne. Het werkte net zo goed.

In die tijd waren de uitzendingen van uit de Eiffeltoren met de vonkzender hoorbaar met een toonfrequentie rond de 50 hertz. Terwijl de Nordeich in Duitsland en Poldhu in Engeland al gebruikt maakten van een muzikale toonfrequentie van 1000 hertz. Het lukt Lemouzy met twee bobines van Rumhkorf met de zelfde triller een regelbare schakeling te maken die een meer dan tienvoudige toonfrequentie kan leveren dan de 50 hertz toon van de Eiffeltoren. Met zijn ontwerp benaderde hij een van de grootste constructeurs in Parijs Louis Ancel die gelijk inzag dat dit een geweldig idee was. Niet alleen dat de toonfrequentie beter te nemen is maar ook het toegevoerde vermogen  aan de antenne neemt toe. De formule die aangeeft het antenne vermogen bij een vonkzender is namelijk
½ x C x V^ x F = Watts. Waarin C de antennecapaciteit in Farads, V in volts in het kwadraat en F in Hertz. 
Stel C = 750 pF  V = 16000 volt dat is dan in het kwadraat 256 000 000 en F = 50 dan wordt dat :
½ x 0.00000000075 x 256000000 x 50 = ½ x 0,00075 x 256 x 50 = 5 watt.
Verhogen we de toonfrequentie naar 500 Hz dan wordt het antennevermogen 50 watt.

Op het bord werd op verzoek nog de werking van de vonkzender uitgelegd.
Louis Ancel neemt de 15 jarige Joseph in dienst voor 0,20 Francs per uur.
Ergens ook omdat in verband met de mobilisatie veel personeel was opgeroepen om dienst te nemen in het leger.
Hij is enthousiast te mogen werken in dit atelier met de vele machines en het laboratorium. Toch heeft hij het maison ANCEL verlaten op 16 jarige leeftijd ondanks dat men een salaris wilde toekennen van 0,30 Francs per uur. Dit om voor zich zelf te beginnen tot groot verdriet van zijn moeder die hem stapelgek verklaarde, dat hij dacht te kunnen concurreren met het grote aantal ondernemers. Zoals Ducretet, Ancel, Pericaud, Gody en vele anderen. Maar hij begon toch met zelf bouwen van ontvangers slechts voorzien van een handboormachine die dienst deed als boormachine, wikkelmachine, polijstmachine en schroef/tapboor, daarbij nog wat handgereedschap. Dat allemaal in het keldertje. Tot verbazing van zijn ouders slaagde hij er in toch op de markt te komen. Later kocht hij een met pedalen aangedreven generator om zijn werkplaats van energie te voorzien.

In 1921, na zijn militaire diensttijd, vestigde hij zich in een bedrijfspand 42 avenue Philipe-Auguste alwaar hij een atelier huurde voorzien van krachtstroom. De dan gebruikelijke lampontvangers met hoogfrequent versterking waarbij anodeweerstanden van 80 kOhm worden gebruikt zijn niet goed te gebruiken voor golflengten onder de 600 meter. Door echter een dubbele terugkoppeling toe te passen, positief voor de langegolf en negatief voor de wat men toen noemde kortegolf (220-500 meter) werd het mogelijk radiostations te ontvangen op deze lagere golven.

In 1923 wist hij zich vrij te maken van het patent van S.I.F. die betaald moest worden voor het toepassen van weerstandkoppeling die de verkoopprijs duurder maakte. Door de plaatweerstand te vervangen door een HF-spoel, regelbaar met zes aftakkingen, wist hij dit patent te omzeilen en tevens een selectievere ontvangst te verkrijgen. Deze nieuwe montage werd gedemonstreerd op het 2e  concours van de TSF in Parijs. De leden van de jury op 50 meter afstand van de luidspreker konden vijf Engelse telefoniestations horen zonder enige storing . Dit leverde hem “Le premier grand prix” op. Bedenk daarbij dat er 150 standhouders deelnamen aan dit concours. Het zou dan ook zijn verkoop ten goede komen.

Het Brevet van de S.I.F., wat weerstandkoppeling betreft is er ook de oorzaak van dan bijna alle Franse toestellen uit die tijd laagfrequent transformatoren gebruikten. Juist in die dagen is de omroep in opkomst en de vraag naar ontvangtoestellen is groot.

Lemouzy komt dan met de Celebre HD4, deze is beschreven in het radiocaféverslag van 20 april 2010.
Ducretet heeft dat te laat zien aankomen en heeft uit zijn enorme voorraad apparaten en reeds voorgeboorde ebonieten platen niets anders op dat moment dan de oude afstemkastjes en losse versterkers.

Toestellen, in feite audions, bedoeld voor de ontvangst van ongedempte telegrafie. Eugène Ducretet zelf heeft dat niet meer meegemaakt. Nadat zijn oudste zoon Pierre als officier in het leger aan het front in 1915 is gesneuveld heeft Eugène dat moeilijk kunnen verwerken. Hij is op 23 augustus 1915 aan een ongeneeslijke ziekte overleden.

Het bedrijf werd in de periode van 1923 voortgezet door Ernest Roger en Robert Valette. Het is Valette die, om toch snel radio’s te kunnen leveren, op het idee kwam om een afstemkast en versterker op elkaar te zetten in plaats van naast elkaar. Wat eigenlijk de bedoeling was en ook te zien is aan de doorverbinding aansluitingen. Hiermee werd de Ducretet Piano een feit.

Vervolgens zelfs vier kastjes waarmee de zeslampspiano werd samengesteld. Technisch gesproken was de techniek al achterhaald.

Voorbeeld bijvoorbeeld deze fijnregelaar die ontzettend grof is uitgevoerd en overgevoelig voor handeffect. Ook hier heeft men de belangen van de S.I.F. weten te omzeilen door de koppeling tussen de lampen anders uit te voeren.

Een dubbelgewikkelde spoel werkt als condensator,  voor plaatvoeding ook zo’n klosje met echter zeer veel dun draad dus een behoorlijke weerstand en evenzo ter vervanging van de lekweerstand. Een versterker ziet er dan ook uit van binnen als een doos met garenklosjes.

Echter het grote aantal knoppen en schakelaars en de laboratoriumachtige uitvoering een gewild object voor verzamelaars. In 1925 komt Lemouzy met de beroemde Megadyne. Het eerste toestel met een geijkte golflengteschaal.

Mogelijk door neutrodynisatie van de voortrap waardoor de capaciteit van de antenne geen invloed kan uitoefenen op de afstemming. Beschrijving terug te vinden in het verslag van 9 september 2008.
De zevenlamps Hyper Heterodyne voor raamantenne (zie de advertentie). heeft als oscillator een bigrille. Zo ook Ducretet maar deze werkt als teruggekoppelde detector. Joseph Lemouzy heeft echter een andere schakeling toegepast, namelijk een Hartley-schakeling.

Het voordeel is slechts een spoel en daarbij een ook nog een betere werking. De oscillator werkt op de langegolf spoel (GO), voor omschakelen naar de middengolf (PO) wordt een spoel zonder middenaftakking parallel geschakeld. Speciaal voor deze avond meegenomen de Lemouzy Super Continentel uit 1926.

Een vierlamps tweekringer, een prachtig toestel en secuur afgewerkt. Het toestel is niet gerestaureerd maar wel compleet met de voedingsstekker aan de linkerzijkant.

De verwachtingen zijn niet hoog gespannen, gezien de slechte antenne. Het was beter geweest om een raamantenne mee te nemen. Aangesloten op een voedingsapparaat waarin twee maal drie dikke 1 ½ volts batterijen.

Drie voor de gloeispanning en drie om de blokkeeroscillator aan te sturen met een AD149 die hiermee 60 volt kan leveren voor de plaatspanningen. Deze spanning lijkt wat laag maar juist gunstig voor de detectorlamp. Met veel inspanning wist Ed Plevier het toestel tot leven te brengen. Natuurlijk om de nieuwsgierigheid te bevredigen werd de bodem eronderuit geschroefd.

Altijd opletten voor de schroeven onder aan de ebonieten voorplaat! Nu werd duidelijk zichtbaar het inwendige dat met bewondering werd bekeken.

Weer een leuke avond en tevens druk bezocht.

Piet van Schagen