Spreekuur Technische Commissie

Het Radiocafé

Nee, geen neon lichtreclame of een verlicht uithangbord van een bekende brouwerij, zelfs geen lantaarnpaal voor het pand op de Samsonweg 74 in Wormerveer. Diegene die, na het beklimmen van de stalen trap naar de eerste verdieping, het zaaltje binnenkomt en verwacht organisator Dick Zijlmans achter de tap aan te treffen, de uitbater Johan Komen met een keu in de hand achter het biljart, komt bedrogen uit. Ook niet Piet van Schagen, die met zijn accordeon een Jordaansfeer probeert te scheppen,zoals hij vroeger deed op de rondvaartboten in Amsterdam. Slechts in het midden een grote stamtafel waarop twee volle thermoskannen met koffie en schalen met koek, wachtend op de bezoekers die tegen achten binnen zullen komen. Een groot aantal stoelen allen gericht naar de wand met het immens grote whiteboard met rechts daarvan de indrukwekkende meettafel. In dit zaaltje worden lezingen gehouden over oude en moderne radiotechniek. Geen geknutsel aan oude radio's, rokende soldeerbouten, fittingschroevendraaiers, verbanddozen en luidruchtige stofzuigers. Alleen maar radiotechniek, die even wat verder reikt dan de normale cursussen en lezingen.

Deze thema-avond staat op het programma de Lilor uit 1922. Een toestel van de gebroeders Liotard, 22 rue Loraine, Parijs. Vandaar de naam Li-Lor. Het toestel dat grote bekendheid heeft gekregen door een artikel in het blad L’Illustration van 3 maart 1923, waarin een verhandeling over het fenomeen TSF door Baudry de Saunier. Zowel de radio en het blad zijn dan ook veel gezocht door verzamelaars.

Het toestel, nog in ongerepte staat, is deze avond te bewonderen door de aanwezigen. Jammer dat de lampenkapjes ontbreken.

Na de pauze zal Gyula Kiss, bij velen welbekend, een EL84 in een toestel vervangen door een Fet, welke zelfs de oude glasbuis overtreft.

Tegen achten druppelen de bezoekers binnen. Speciaal uitgenodigd is Karel Ruitenberg uit Zwijndrecht, die een grote positieve bijdrage heeft geleverd voor de totstandkoming van de inrichting van het café. Alle verdere bezoekers komen van heinde en ver: Schoonhoven, Leiden enz… het zijn vrijwel allen leden van de NVHR. Het is Claud Wendrich die als eerste binnenkomt met Co Ros. Claud heeft een oproep gedaan via het programma van Hans van Willigenburg op Radio Holland om aan 78 toeren Minigroove plaatjes te komen. Dat is gelukt en ik heb deze opgehaald bij iemand in de buurt van Alkmaar. Op een meegebrachte pick-up worden deze plaatjes gedraaid, terwijl de bezoekers binnendruppelen. Tot ons aller verrassing komt ook Anneke van der Ploegh binnenstappen, ze is hier nog niet eerder geweest. Direct loopt ze naar Claud met de woorden: "Je hebt ze gekregen de Minigroove platen, toch weer mazzel!!" En tot iemand naast Claud: "Ach jou ken ik ook, dat was tijdens het feest in het Amsterdams Philipsmuseum, dat je naast mij kwam zitten. De man kreeg een kleur maar zei niets. Ze nam nu plaats naast Maarten Gudde, die zeker gedacht zal hebben: "Bestaat ze nu echt of heeft Piet weer een van zijn vrouwelijke familieleden laten opdraven?" Het blijft toch een raadsel wie zij nu werkelijk is.

Het is al tien over acht als de eerste lezing begint. We duiken de geschiedenis in en wel naar het jaar 1910. De SFR ( Société Française Radio-electrique) wordt opgericht door Emile Girardeau, samen met de technicus J. Bethenod. Een onderneming die oorspronkelijk leverancier was van marineapparatuur en die tijdens de eerste wereldoorlog veel heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de radiotechniek. In 1921 wordt de Société la Radiotechnique overgenomen en radiolampen kunnen nu ook in eigen beheer worden gemaakt. Het merkteken is RT dat later in 1927 wordt veranderd in Dario.

Terug van de reis naar Amerika besluit Girardeau een zender te bouwen en hiermee uitzendingen voor het publiek te verzorgen, informatie, muziek, enzovoort. In oktober 1922 wordt toestemming verleend en de eerste officiële uitzending vond plaats op 6 november 1922. Deze zender genaamd Radiola werkte op 1724 meter om de import van Amerikaanse kortegolfontvangers tegen te gaan.

Bekend is vooral uit die tijd de omroeper Marcel Laporte die de bijnaam verwierf Monsieur Radiola. In diezelfde tijd start SFR met de bouw van ontvangers, zodat niet alleen de zelfbouwers de uitzendingen kunnen volgen maar ook diegenen die simpelweg een toestel willen kopen. Het meest bekend is wel de Radiola Radio Standaard. Opvallend is het gebruik van de pertinax frontplaat, deze voorgeboorde platen komen van de firma Paris Rhône, die gespecialiseerd is in omvormers en gelijkrichters. Ook deze bouwt later in licentie radio's met hetzelfde schema. Het Radiola Standaard toestel is gemonteerd in een kistje met een hoog deksel, dat tijdens het gebruik gesloten kan worden. De aansluitsnoeren komen dan via uitsparingen in het deksel naar buiten. Deze uitvoering geeft al aan dat het radiotoestel nog geen vaste plaats heeft verworven in de huiskamer en net als de bekende koffergrammofoon tevoorschijn wordt gehaald als er een radiouitzending te beluisteren valt, of als men een plaat wil draaien. Het zijn de gebroeders Liotard die als eerste een radio bouwen aangepast aan het huiselijk interieur.

Het schema is zoals gebruikelijk in die dagen, afstemming in de antennekring, een lamp hoogfrequentversterking, gekoppeld via een weerstand van 80 kOhm , smoorspoel of hoogfrequenttrafo aan de roosterdetector. Vervolgens een of meerdere laagfrequentversterkers. Terugkoppeling geschiedt over twee lampen. Dit omdat een TM lamp te weinig versterking heeft om voldoende energie terug te voeren naar de antennekring. Het is Anneke die opmerkt, dat wij wel leren op een radiocursus dat wanneer ωL gelijk is aan 1/ωC een kring in resonantie is, maar niet wat er gebeurt als de frequentie boven of onder de resonantiefrequentie ligt. Ze heeft daarin gelijk, want als de frequentie onder de resonantiefrequentie ligt gaat de kring of in dit geval de HF-trafo zich capacitief gedragen en stijgt de frequentie boven de resonantiefrequentie dan gedraagt deze zich inductief. Met gevolg dat de stroom voor of na gaat ijlen op de spanning.

Met vectordiagrammen teken ik op het whiteboard hoe de spanningen en stromen zich gedragen bij veranderlijke frequenties. Een geleider die voor een gegeven frequentie te lang is om in resonantie te komen gedraagt zich inductief. Evenzo gedraagt een te korte geleider zich capacitief. Een verschijnsel waar Gyula Kiss listig gebruik van maakt met zijn speciale reflexschakelingen. In dit schema geeft dat juist problemen met het terugkoppelen. Bij een bepaalde frequentie draait de fase om, de terugkoppelspoel is daarom in de afstemspoel geplaatst en kan daarin 180 graden draaien. Zodat zowel links als rechtsom teruggekoppeld kan worden. Liotard maakt gebruik van een variokoppeller . Wat Ducretet ook in de Piano A4 zal toepassen, het toestel dat eind februari 1923 op de markt komt.

Het is alweer Anneke die een vraag stelt, namelijk: "De stippellijn in de HF-trafo. Is dat een ijzerkern?" Ja, deze trafo is voorzien van een ijzerkern van bloemendraad. Dat is groen gespoten dun ijzerdraad dat wordt gebruikt door bloemisten om stengels of stelen van bloemen te verstevigen. De verf zorgt voor een goede isolatie en een bosje draad wordt als kern gebruikt in de trafo om een gedempte doorlaatband te verkrijgen. De trafo heeft een maximum diameter 34 millimeter en een lengte van 10 centimeter . De trafo is één op één gewikkeld met dubbel omsponnen constantaandraad. Een uitgebreide beschrijving is te vinden in het RHT 3/91.

Tijdens de pauze haal ik de bodemplaat onder het Lilor toestel vandaan, zodat iedereen het inwendige kan bewonderen. Toch weer iemand die opmerkt dat het er modern uitziet want er is geen vierkant draad gebruikt. Anneke laat hem weten dat vierkant draad is uitgevonden voor amateurs zodat ze gemakkelijk een oogje kunnen buigen en de draden netjes buigen als ze hun zelfbouw radio gaan bedraden, zoals de Kassandra of Varadyne. Fabrikanten gebruiken rond koperbrons draad in hun radiotoestellen.

Dick Zijlmans komt nu met een grote voorraad diverse frisdranken binnen, tijd om even wat te drinken. Na deze korte pauze is het Gyula die, nu de gloeilamp zijn laatste dagen tegemoet ziet, ook maar gelijk alle radiobuizen op een hoop veegt. De Fet die een voldoend hoge spanning kan verdragen en stroom kan trekken om een eindlamp te kunnen vervangen. Niet een B403 of C453, nee; een EL84 die toch 6 Watt uitgangsenergie kan afgeven. Het toestel staat gereed maar toch eerst wat theorie en uitleg over de schakeling en mogelijkheden. Zelfs Anneke luistert geboeid naar zijn uitleg, over de werking van deze Fet, die er niet eens zo groot uitziet en toch een behoorlijk vermogen zou kunnen leveren. Het is bijna niet te geloven en het zal wel enig geluid produceren maar vermogen, dat is toch nauwelijks te verwachten. Als Gyula de radio aanzet lijkt het of de EL84 nog vervangen moet worden, echter als hij de radio omdraait, waarvan het achterschot is weggenomen, is er alom verbazing! Met wat draadeindjes als pootjes heeft hij de Fet in de voet van de EL84 gestoken, wel voorzien van een koellichaam om warmte af te voeren.

Gyula glundert als hij de volume regelaar opendraait er is nauwelijks verschil met een EL84 te horen. Het klinkt zelfs nog warmer en voller. Het loopt al weer tegen elven en tijd om nog even na te praten met op de achtergrond wat accordeonmuziek op de Paolo Soprani. Waar toch een van de leden opmerkt dat ook deze ook een zendamateur call heeft  PA 0 LO. Dan wordt het weer tijd om op huis aan te gaan, toch weer een geslaagde avond. Als alle bezoekers vertrokken zijn is het tijd om af te wassen en nog wat na te praten. Het is tegen twaalven als ik de motor van mijn trouwe Volvo 740 start en weer richting Alkmaar vertrek.

Piet van Schagen.