Het Amerikaansche maandblad ‘Radio News’ geeft nu juist in zijn Dec. nummer nadere gegevens over deze inrichting, waarvan ik u het volgende wil mededeelen.
De lamp bestaat uit een glazen bovenstuk met metalen geribden kop (voor warmte uitstraling) en een metalen onderstuk. De verschillende deelen worden tegen elkaar gehouden door eenige schroefjes terwijl de afsluiting wordt verkregen door een speciaal soort rubber dat geen gassen vormt, wanneer het verwarmd wordt door den gloeidraad, welke een temperatuur bereikt van 2700 graden.
Groote moeilijkheid werd ondervonden om de afsluiting goed te verzekeren op elk oogenblik, daar de uitzetting van glas en metaal niet de zelfde is.
Door deze constructie van de lamp is het mogelijk gemakkelijk een defect geraakten gloeidraad te vervangen, door de lamp even uit elkaar te nemen en een nieuwe te plaatsen. Deze heeft den vorm van een v, is 36 c.M. lang en verbruikt 36 Ampère.
De uitvinder Holweck heeft tevens een soort pomp bedacht, welke onder aan de lamp verbonden is en deze binnen 30 sec. kan brengen op het goede vacuum, nl. 1/1000 m.M. kwikdruk. Tijdens het gebruik van de lamp blijft de pomp doorwerken om het vacuum te behouden.
De plaatstroom is ongeveer 6 Ampère; daarom wordt de plaat dan ook met circuleerend water afgekoeld. Bij 5.000 volt plaatspanning is de energie in de antenne 8 K.W. bij 35 Amp. Met 4.000 volt op de plaat wordt dit 5,8 K.W. bij 30 Amp.
Sinds Mei 1923 heeft de Eiffeltoren twee van dergelijke lampen in gebruik, welke uitstekend blijken te voldoen. Of dit soort lampen algemeen zal worden ingevoerd, zal de toekomst moeten leeren. Verwacht wordt een ruime toepassing op luchtschepen en vliegtuigen, daar zoo vaak bij de landing de gloeidraad van de kostbare zendlampen breekt.
Breda, Dec. 1923. R. P. WIRIX.
|